Henning Jensen

Ajax heeft al ruim 40 jaar iets met Deense voetballers. Tom Söndergaard was de eerste. Hij speelde in het seizoen 1969-1970 voor de ploeg uit De Meer. Later volgden spelers als onder anderen de jeugdige Frank Arnesen en Sören Lerby, de briljante dribbelaar Jesper Olsen en Michael en Brian Laudrup. In dit lijstje mag de naam van Henning Jensen niet ontbreken.

De Deense aanvaller maakte in het begin van de jaren 70 furore als snelle aanvaller van Borussia Mönchengladbach, de ploeg die veel aantrekkelijker speelde dan Bayern München, maar minder succesvol was. 1976 maakte Jensen een droomtransfer naar Real Madrid. Hij haalde in de hoofdstad van Spanje nog maar zelden het niveau waarmee hij zich in de Duitse Bundesliga onderscheidde.

In 1979 nam Ajax Henning Jensen over van de Koninklijken uit Madrid. De Deen moest de opvolger worden van de immens populaire Ray Clark. De Engelsman was een traditionele Engelse stormram: sterk in de lucht, hard en soms zelfs gemeen en een specialist vanaf 11 meter.

De inmiddels 30-jarige Jensen bleek een heel ander type speler dan zijn voorganger. Jensen was een stylist met een gave techniek en veel spelinzicht. Supporters in De Meer zagen het al snel: Jensen speelde niet graag meer in de punt van de aanval, maar liet zich liever iets terugzakken om het spel te verdelen. Hij speelde bij Ajax als spits, op de vleugel en later als offensieve middenvelder.

In het eerste seizoen dat Jensen voor Ajax speelde werden de Amsterdammers landskampioen en verloren de bekerfinale. In het Europa Cup I-toernooi werd de finale net misgelopen. Ajax moest in de halve finale buigen voor de Engelse kampioen Nottingham Forest. De ploeg van de excentrieke trainer Brian Clough won uiteindelijk de cup. In het tweede seizoen van Jensen eindige Ajax op de tweede plaats en verloor het wederom de bekerfinale.

De Deen keerde daarna terug naar zijn geboorteland.