Marco

Marco van Basten is vrijdag 50 geworden. Hoewel Marco van Basten in tegenstelling tot de Argentijnse ex-voetballer die een dag eerder 54 jaar werd nooit een absoluut idool van mij is geweest, heb ik enorm van zijn spel genoten.

Van midden jaren 70 tot 1987 had ik een seizoenkaart van Ajax. Wij stonden elke twee weken op de staantribune aan de stadszijde en pakten regelmatig een uitwedstrijd mee. Soms reden we met iemand mee, soms gingen we met de trein. Uiteraard zaten in die trein de heren van de F-side. De combiregeling was nog niet uitgevonden. Die treinreizen waren vaak een belevenis. Er gebeurde wel eens iets, maar het was ook erg gezellig. Zaterdagavond 3 april 1982 stonden wij op de tribune te kijken naar Ajax-NEC (5-0). Na de rust bleef Johan Cruijff achter in de kleedkamer. Hij werd vervangen door jeugdspeler Marco van Basten. De aanvaller scoorde tijdens die invalbeurt met een kopbal.

Van Basten groeide in de jaren die volgden uit tot een wereldster. Hij maakte prachtige doelpunten voor Ajax (de omhaal tegen FC Den Bosch, diverse treffers tegen Feyenoord) en scoorde de enige treffer in de Europa Cup II-finale in 1987. Even daarna vertrok hij naar AC Milan. Samen met Ruud Gullit en, een jaar later, Frank Rijkaard, ontketende hij een revolutie in Italië. AC Milan veroverde met offensief voetbal eerst Italië en daarna Europa.

In 1988 was Van Basten de grote man van Oranje, dat Europees kampioen werd. Hij scoorde drie maal tegen Engeland, besliste de halve finale tegen West-Duitsland en maakte in de finale tegen de Sovjet-Unie een van de mooiste doelpunten aller tijden. Hij nam een enigszins onzuivere voorzet van Arnold Mühren in de lucht aan en schoot de bal vanuit een 'onmogelijke' hoek achter de doelman. Helaas werd het WK in 1990 een fiasco. Nederland had de wereldtitel eigenlijk voor het grijpen maar ging door gedoe over de bondscoach al na de achtste finale naar huis. Een topspeler uit een groot voetballand hoort een WK-finale op zijn palmares te hebben staan.