Afbeelding

Rioleringsconferentie

Om van Diemen een moderne gemeente te maken stond, na het leggen van een "electriciteitskabel voor straat- en woningverlichting en aanwendingen van drijfkracht" in 1916, ook de aanleg van een deugdelijke riolering ter discussie. In 1924 was deze zaak echter nog steeds niet goed geregeld voor Diemen en omgeving. De Weesper Courant van 22 november 1924: "In verband met een en ander stelde B. en W. (van Ouderkerk) voor den architect Mesman op te dragen –zooals reeds was geschied in Diemen en Ouder-Amstel – een rioleeringsplan op te maken. De kosten daaraan zouden f 600 bedragen, die van het rijks-instituut, dat daarbij tevens van advies zal dienen, zullen vermoedelijk f 100 beloopen. B. en W. vragen te dien einde het noodige crediet." De heer Beukeboom vroeg of er inmiddels iets bekend was omtrent de richting van de uitbreiding van de riolering van Ouderkerk. De voorzitter antwoordde dat in een conferentie was besproken dat de riolering niet door elke gemeente afzonderlijk zal worden aangelegd, maar in gemeenschappelijk overleg. De riolering ging uitmonden in de Oude Keulsche Vaart ter hoogte van de Sniep. Daar kwam dan ook een bemalings- en een zuiveringsinrichting.