Shirts

'1000 voetbalshirts' is de titel van de Nederlandse vertaling van het boek van de Franse journalist Bernard Lions. De titel laat niets te raden over: in het boek staan afbeeldingen van de tricots van 1000 clubs en landenteams. Er is in het boek veel ruimte gereserveerd voor het hoofdstuk 'Legendarische voetbalshirts'.

Dat hoofdstuk gaat over 170 shirts die vooral legendarisch zijn geworden door de teams die het shirt dragen of hebben gedragen. De schoonheid van de shirts speelt geen rol. Uiteraard ontbreken het oranje tricot van het Nederlands elftal en het prachtige thuisshirt van Ajax niet. Veel shirts zijn min of meer fantasieloos. Vaak rood of blauw of verticaal gestreept. Het shirt van Ajax wijkt door de brede rode verticale baan af van de tricots van veel andere clubs.

In de wedstrijden waarin Ajax de belangrijkste internationale prijzen won, speelde het team maar twee maal in het vertrouwde thuisshirt: in de Europa Cup I-finale van 1971 op Wembley tegen het in het groen gestoken Griekse Panathinaikos en een jaar later in De Kuip tegen Internazionale, dat het eigen vertrouwde shirt met zwarte en blauwe verticale banen droeg. Tijdens de derde Europa cup I-finale die Ajax won, speelde de ploeg in een rood shirt en een rode broek. Tegenstander Juventus droeg het shirt met zwarte en witte verticale banen. De ploeg uit Turijn was dus officieel de 'thuisploeg' tijdens die wedstrijd die in Belgrado werd gespeeld.

In 1995 won Ajax de Champions Leaguefinale. In het Ernst Happelstadion in Wenen speelden Ajax en AC Milan beide niet in hun vertrouwde tenue. De spelers van Ajax droegen een donker shirt en donkere broek, de spelers van AC Milan waren geheel in het wit gestoken. Een supporter van Ajax vertelde de reden dat geen van beide ploegen in het thuisshirt speelde: AC Milan was als 'thuisclub' aangewezen en het thuissshirt van de Italianen zou te veel hebben geleken op het uittricot van Ajax. Daarom speelde ook AC Milan in een ander tenue. De wegen van de UEFA zijn ondoorgrondelijk.