Kieft

De biografie van Wim Kieft is geen boek waar iemand vrolijk van wordt. De voormalige spits van onder meer Ajax, PSV en het Nederlands elftal heeft getracht om tegen journalist Michel van Egmond zo eerlijk mogelijk te zijn en weinig verborgen te houden.

Kieft vertelt in het boek dat hij een kleine 20 jaar verslaafd is geweest aan drank en cocaïne. Hij werd diverse keren in een afkickkliniek opgenomen en hoopt dat hij zijn verslavingen nu onder controle heeft. Het wordt een lange en harde strijd, zoveel is wel duidelijk. Zijn verslaving aan de witte sloper cocaïne heeft tot gevolg gehad dat Kieft door zijn geld heen is en binnenkort in de schuldsanering terechtkomt. Hij moet leven van twee tientjes per dag. En dat voor een man die als speler miljoenen heeft verdiend.

Wat verder opvalt is dat de voormalige topaanvaller altijd moeite heeft gehad om van zijn eigen succes te genieten. Hij leek zich vaak te schamen voor zijn prestaties op het veld en had moeite met zijn bevoorrechte leven als profvoetballer. Dat het leven van een beroemde voetballer ook schaduwzijden kent, maakt het boek duidelijk. Al meer dan 25 jaar lang wordt Wim Kieft door voor hem volkomen onbekende personen aangesproken over het doelpunt dat hij tijdens het EK in 1988 in West-Duitsland tegen Ierland maakte. Zijn kopbal zorgde ervoor dat Oranje naar de halve finale ging en uiteindelijk Europees kampioen werd. Vrijwel dagelijks vertellen mensen hem dat zij zich op die dag in het Parkstadion in het Duitse Gelsenkirchen bevonden. En vrijwel zonder uitzondering stonden zij in de baan van de bal. Het zal druk zijn geweest in dat vak achter het doel.

Hilarisch is een scène in het boek waarin een man met Kieft op de foto wil. De goede man vertelt aan de voormalige spits dat zij eerder samen op de foto zijn gegaan. Een jaar of vijf eerder. De man vraagt of Kieft het zich nog kan herinneren. Nee, natuurlijk niet. De man kan het zich niet voorstellen. Het dringt niet tot zijn botte hersens door dat Kieft met duizenden mensen op de foto is gegaan.