Bekerfinale

Ajax en PEC Zwolle spelen zondagavond de KNVB bekerfinale. De wedstrijd vindt plaats in De Kuip in Rotterdam

Het is een mooie traditie om de bekerfinale, ongeacht de ploegen die erin uitkomen, in De Kuip te spelen. De KNVB is er inmiddels van doordrongen dat traditie en voetbal goed samengaan. Dat heeft lang geduurd, want in het verleden zijn er bekerfinales in andere stadions, zoals het Olympisch Stadion, De Meer en Het Zuiderpark, gespeeld. Diverse keren nam de voetbalbond het besluit om de finale van de bekerstrijd uit een dubbele ontmoeting te laten bestaan. Soms was dit besluit ingegeven om confrontaties tussen supporters te voorkomen, een andere keer had de bond het speelschema weer eens veranderd.

De eerste keer dat ik een KNVB bekerfinale in De Kuip bezocht was in 1979. Ajax en FC Twente hadden de finale bereikt. Met een aantal tieners uit Diemen en Amsterdam reisden wij per trein naar De Kuip. Ook de F-side zat in die trein. De sfeer was prima. De wedstrijd eindigde in een gelijkspel: 1-1. Beide treffers vielen voor rust. Ajax-verdediger Wim Meutstege schoot in eigen doel en Ray Clarke maakte vanaf de witte stip gelijk.

Volgens de toenmalige reglementen van de KNVB moest een replay de beslissing brengen. Wij gingen opnieuw naar Rotterdam. Ajax had immers een aantrekkelijk team dat offensief speelde en waarin spelers voetbalden die over een prachtige individuele actie beschikten.

Piet Schrijvers was doelman, aanvoerder Ruud Krol libero, de Denen Frank Arnesen en Sören Lerby speelden op het middenveld en de vleugels werden bemand door Tscheu La Ling en Simon Tahamata. De Engelsman Ray Clarke was een trefzekere spits. Hij was ook penaltyspecialist.

Ajax won de replay eenvoudig. Ray Clarke opende de score in de eerste helft. Na de hervatting maakten Simon Tahamata en middenvelder Dick Schoenaker het verschil tussen beide teams duidelijk.