Voor de expeditie in 1882-1883 vroeg Buys Ballot alle burgemeesters in Nederland om hulp bij de financiering. Wie weet ligt de brief aan de burgemeester van Diemen nog wel in het archief in het gemeentehuis?
Voor de expeditie in 1882-1883 vroeg Buys Ballot alle burgemeesters in Nederland om hulp bij de financiering. Wie weet ligt de brief aan de burgemeester van Diemen nog wel in het archief in het gemeentehuis? Foto: Trudy Kroese

Een waargebeurd
verhaal uit een jongensboek

DIEMEN - Het is niet haar eerste boek en als het aan haar ligt zeker ook niet het laatste. 'Overwintering op een ijsschots, de Nederlandse poolexpeditie van 1882-1883 'van Frieda van Essen (54) uit Diemen ligt eind april in de winkel. Een waargebeurd jongensboekverhaal, dat niet onderdoet voor het verhaal van Willem Barentsz, "maar hier zijn foto's van". Een barre poolexpeditie hoeft voor haarzelf niet zo nodig, maar over reizen naar 'onmogelijke plekken' weet Van Essen alles. Ze woonde en werkte een tijd helemaal in het noorden van Noorwegen en werkte daarna 20 jaar voor reisorganisaties gespecialiseerd in reizen naar het Noord- en Zuidpoolgebied. Sinds 10 jaar combineert Van Essen schrijfwerk met communicatie-advies.

Kun je vast een tipje van de sluier oplichten?
"Het boek, dat ik samen met Kees Dekker heb geschreven, gaat over een Nederlandse poolexpeditie van meteorologen van het KNMI in het eerste Internationale Pooljaar (IPJ) in 1882. De expeditieleden strandden achter Nova Zembla op een ijsschots en overleefden daar een barre winter. Het is een heel bijzonder boek geworden met verschillende lagen. Als een rode draad is er het spannende verhaal van de expeditie. Dat lijkt wel op dat van Willem Barentsz drie eeuwen eerder, alleen hier zijn foto's van. Daarnaast wordt er meer verteld over bijvoorbeeld de kleding die ze toen droegen en de apparatuur. Dat zijn korte hoofdstukken die je kunt 'snacken'. Steeds een stukje lezen zonder dat je in één keer het hele boek uit hoeft te lezen. En we leggen ook steeds een link met de tegenwoordige tijd. Dat maakt het een boek met veel verschillende invalshoeken, waardoor het voor veel verschillende mensen interessant is."

Hoe is er een link met nu?
"Die expeditie leefde toen enorm in Nederland. De kranten stonden er vol van. De manier waarop voor vertrek geld ingezameld werd, is de crowdfunding van nu. Toen er geen nieuws meer kwam van de expeditie kwam er een reddingsactie op gang, die een giro 555-actie waardig is. Het nieuws ging ook toen al heel snel: berichten in Russische kranten dat lokale bevolking een wrak had gezien bereikte in een dag via de telegraaf de kranten hier. Ook toen werd het verhaal door de pers groter gemaakt."

Waarom ben je juist dit verhaal gaan schrijven?
"De bibliothecaris van het KNMI was in 2006 aan het opruimen en gaf een doos met spullen aan meteoroloog Kees Dekker. Hij is ook geïnteresseerd in filatelie en daarom mocht hij de doos met brieven uitzoeken, maar hij realiseerde zich al snel dat hij goud in handen had. Dit ging over de poolexpeditie in het eerste IPJ en dat was extra interessant omdat we bezig waren met de voorbereidingen van het vierde IPJ in 2007-2009. Ik werkte voor de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek voor dat vierde IPJ. Ik moest de vertaalslag maken van de wetenschap naar het grote publiek, bijvoorbeeld door musea en filmmakers te interesseren. De vertegenwoordiger van het KNMI belde mij met de vraag of ik hier iets mee kon. Helaas kwam de economische crisis ertussen en bleef het idee op de plank liggen, tot de uitgever vroeg of ik nog een idee had voor een boek."

Je schreef al (mee aan) meer boeken: 'Arctic', 'Antartica' en 'De Hoge Veluwe'. Ook schrijf je vaak artikelen over de natuur op nabije en verre bestemmingen. Je bent duidelijk een natuurmens.
"Ik ben geboren en opgegroeid aan de bosrand van Apeldoorn. Iedere zondag wandelen, of je het nou leuk vond of niet, en altijd spelen in het bos. Mijn moeder heeft mij in verbinding gebracht met de NJN, een natuurvereniging voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar. Ieder weekend samen op excursie naar buiten. Je leert in zo'n groep verbanden zien om je heen en in een sociale context leven. Bij de kortere kampen waren geen volwassenen mee, de ouderen namen de jongeren op sleeptouw. Op vrij jonge leeftijd leer je verantwoording nemen. Op mijn 14e stond ik te koken voor 100 man. Door de NJN heb ik heel rijke tienerjaren gehad."

Toch ging je geen biologie studeren.
"Ik had iets met talen, dus wilde ik een moderne taal studeren en heel graag in Groningen. Het is min of meer bij toeval Scandinavische talen geworden, omdat die afdeling tijdens de open dag een veel welkomere indruk maakte dan Engels, waar ik eigenlijk voor kwam. Noors was mijn hoofdtaal, Deens en Zweeds leerde ik passief. Wij hadden een hoogleraar, een fenomeen, professor Amy van Marken. Zij hamerde erop dat we er ook vakken naast deden, dus volgde ik ook communicatie, journalistiek, pr, marketing, culturele antropologie en Italiaans.
Aan het einde van mijn studie heb ik een tijdlang in het noorden van Noorwegen gewoond en gewerkt, vlak bij de Russische grens. Ik was cultureel gastvrouw voor de gemeente Kirkenes. Ik woonde echt in 'the middle of nowhere', als ik de gordijnen opendeed, keek ik naar Rusland. Terug in Nederland werd ik gevraagd door een reisorganisatie gespecialiseerd in Scandinavië, ik was de enige die wist hoe het daar in het noorden was. Twintig jaar ben ik in het toerisme blijven hangen, bij verschillende organisaties. Omdat het kleine reisorganisaties waren, deed je veel. Coördineren, de inkoop, het schrijven van de brochures. Die reisbrochures voor 'onmogelijke' gebieden hebben mensen in de kast staan omdat er zoveel informatie in staat. Daarnaast hielp ik met bijzondere vragen: bijvoorbeeld een omroep die beelden nodig had, of een reclamemaker die een locatie zocht. Binnen twee jaar was ik bedrijfsleider, toen kwam mijn NJN-ervaring om de hoek kijken. Ik heb het met veel plezier gedaan, maar na 20 jaar was het genoeg. Ik vond het vele reizen niet te combineren met mijn gezin en ik had er een beetje genoeg van dat alles altijd jouw schuld is voor sommige verwende toeristen, zelfs als het regent."

En nu?
"Omdat ik schrijven het leukst vond ben ik dat blijven doen, maar nu als zelfstandig ondernemer. Ik heb een bureau voor PR en communicatie-advies. Ik schrijf regelmatig artikelen voor tijdschriften over ontdekkingsreizen, natuur en poolgebieden. Door die lange ervaring in de reiswereld weet ik wat de mensen willen weten. Alles wat ik doe, is op het snijvlak van wetenschappelijk en populair wetenschappelijk: ik vertaal wetenschap. Vaak met een knipoog en altijd in relatie met het nu. Zodat je er als persoon in deze maatschappij iets aan hebt. Ik wil plezier hebben in wat ik doe en daar de lezer ook mee plezieren. Ik vergelijk het wel eens met een heel goede standwerker: die vertelt zijn verkoopverhaal en creëert een bubbel waarin mensen gaan kopen. Ik creëer verkoopbubbel, maar wil wel dat iemand zich verbonden voelt met het verhaal, erin getrokken wordt en van daaruit het boek of verhaal wil lezen. Die verbinding tussen mensen gebruik ik in mijn schrijven."

Waarom ben je naar Diemen gekomen? Niet voor de natuur, denk ik.
"Midden jaren 90 kreeg ik een baan bij een reisorganisatie in Amsterdam en had snel woonruimte nodig. Dat kon in Diemen. Mijn dochter is hier opgegroeid in een fijne, veilige omgeving: er was goede opvang, er waren goede scholen. Het kleinschalige is heel prettig, er zijn korte lijnen. De traditie van wandelen op zondag heb ik niet in ere gehouden. Ik ben veel meer aan het cultuurhappen, dat past me nu beter. Ook voor mijn werk door heel Nederland is Diemen een ideale locatie, ik woon naast het station. Voor reizen heb ik geen grote wensen meer, ik heb al zoveel gereisd. Ook wel in onherbergzame gebieden, maar niet zoals ontdekkingsreizigers, die hebben afgezien. Het ligt eraan wat je doet en hoe je het doet."

De vormgeving van het boek is gedaan door het Diemense bureau Villa Grafica.
"Ik kwam Marlijn van der Lans van Villa Grafica tegen bij een bijeenkomst van Ondernemend Diemen. Ik vertelde over het boek en onze vormgevingsvragen en staande dat gesprek gaf zij al een aantal goede suggesties. Het resultaat is heel mooi geworden. Het is fijn om een vormgevingsbureau in de buurt te hebben; als het spaak loopt, kun je er snel even heen."

Wat wordt het volgende boek?
Met glimmende ogen: "Er is een tweede doos opgedoken, met materiaal over de poolexpeditie in het tweede IPJ 1932-1933. Ik ken nazaten van leden van die expeditie en heb van de familie al de handgeschreven dagboeken toegezegd gekregen. Dan heb je het verhaal heel rechtstreeks. Wat mij fascineert, is: er was deze keer een vrouw mee, het was haar huwelijksreis. Bij het boek over 1882 was het standenverschil tussen de 'heren' en de 'minderen' nog heel opvallend, hier de positie van de vrouw. Over haar is in de verslagen niets terug te vinden. En over haar wil ik meer weten."