Leden van Scouting Diemen leggen bloemen bij het monument.
Leden van Scouting Diemen leggen bloemen bij het monument. Foto: Trudy Kroese

Herdenkingsbijeenkomst trekt veel belangstellenden

De herdenkingsbijeenkomst op 4 mei is druk bezocht. Onder de aanwezigen waren veel jongeren en kinderen.

DIEMEN De herdenkingsbijeenkomst begon in de raadszaal van het gemeentehuis. Nadat Josje Kronenberg-Heijne namens het Comité Diemen 1940-1945 de bezoekers welkom had geheten waren er toespraken van burgemeester Erik Boog en Ayla Rippl van de Jongerenraad Diemen. Zes leerlingen van basisscholen in Diemen lazen zelfgeschreven gedichten voor. Edog Muzikaal Theater zorgde voor de muziek. Het koor werd begeleid door Mark Wyman.

Kort voor 20.00 uur gingen de aanwezigen naar het plein achter het gemeentehuis. Daar hadden zich al veel mensen verzameld. Om 20.00 uur werden daar twee minuten stilte in acht genomen. Daarna werden er kransen en bloemen gelegd door onder meer het Comité 1940-1945, de Diemense veteranen, Stichting Holocaustmonument Diemen, de Kinderraad Diemen, de Jongerenraad Diemen, de Historische Kring Diemen, Pink Diemen, de politieke partijen en Scouting Diemen. De muzikale begeleiding werd verzorgd door de Diemer Harmonie. Na afloop konden aanwezigen koffiedrinken in het gemeentehuis.

De toespraak van Burgemeester Boog was indrukwekkend. Hij vertelde het verhaal van Saultje Rotenberg uit Diemen. "Het is 1942. Saultje Rotenberg is zes jaar oud. Hij is een serieus ventje met donkere kijkers en zwart haar. Hij woont met zijn ouders op één hoog, in de Jan Bertsstraat, op nummer 14, hier in Diemen. Saultje gaat elke dag aan de hand van zijn moeder naar de christelijke kleuterschool aan de Ouderkerkerlaan. Op een dag is de familie Rotenberg uit Diemen verdwenen. Het is het voorjaar van 1942 en Saultje verschijnt ineens niet meer in de klas. Het gezin is verplicht verhuisd naar de Holendrechtstraat in Amsterdam. Van daar wordt het gezin een jaar later via de Hollandse Schouwburg naar Kamp Vugt gebracht. Bij aankomst in het kamp worden de mannen van de vrouwen en kinderen gescheiden. Saultje wordt ondergebracht in een kinderbarak. Een barak met alleen kinderen van 6, 7, 8 jaar oud. Ver weg van de vrouwenbarakken. Alleen op zondagmiddag mogen ouders en kinderen een paar uurtjes bij elkaar op bezoek. De kinderen missen niet alleen hun ouders, maar worden ook bang gemaakt door Aufseherinnen, de vrouwelijke kampbewakers, met hun geschreeuw en de SS'ers met hun blaffende honden. Soms moet een kind toezien hoe zijn vader kruipend door het kamp door SS'ers wordt getrapt en geslagen. Veel kinderen zijn ondervoed en in een slechte conditie. Als de Aufseherinnen hun geduld verliezen, schreeuwen en vloeken ze. Ze schoppen, ze slaan. In het kinderkamp is het een hel. Het stinkt er verschrikkelijk. Dan wordt het kinderkamp ineens opgeheven. Alle kinderen onder de 16 jaar moeten het kamp verlaten. Mannen moeten hun vrouwen met zieke kindertjes laten vertrekken. Vrouwen gillen als bezetenen. Kleine kinderen kruipen door het zand en huilen om medelijden te krijgen, om geholpen te worden. Maar er is geen genade. Mannen liggen met hun hoofd op tafel en snikken het uit. Ze zijn machteloos. Vrouwen en mannen die nog wel afscheid kunnen nemen slaan de armen om elkaar heen. Ze houden elkaar zo stevig vast dat ze niet gescheiden kunnen worden. Maar dat gebeurt wel. Ze worden bruut uit elkaar getrokken. En alle anderen? Die kunnen helemaal geen afscheid nemen. Buiten het hek staan de SS'ers en de leiders van het kamp hartelijk te lachen. Saultje wordt met zijn moeder Chaja met het beruchte Kindertransport op 7 juni 1943 naar Westerbork gebracht, waar zij drie weken blijven. Op 29 juni worden zij op de trein gezet, gedeporteerd naar Sobibor. Na aankomst, op 2 juli 1943, worden zij meteen vergast, vermoord door de nazi’s. Vader Samuel gaat op 21 september 1943 op transport. Op 21 januari 1944 vindt hij de dood in Auschwitz. De afstand tot de Tweede Wereldoorlog wordt ieder jaar groter. Daarmee is het niet vanzelfsprekend dat de verhalen uit die oorlog levend blijven. Zoals dit indrukwekkende verhaal over Saultje, uitvoeriger beschreven in het boek 'Diemens oorlog' van onze eigen Historische Kring."

De burgemeester wees in zijn toespraak op het belang van het vertellen van verhalen. "Omdat wij niet mogen vergeten wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, omdat wij de namen van diegenen die stierven ons moeten blijven herinneren, omdat we moeten blijven leren van de verschrikkingen van toen. Dat moeten we aan de jongere generaties doorgeven. Maar om niet te vergeten, om te herdenken, om te leren, zul je toch eerst de verhalen moeten kennen. Moeten weten wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurde, hoe dit heeft kunnen ontstaan, hoe het is om te leven met oorlog. Om de parallellen te zien met de oorlogen nu, in Oekraïne, in Jemen, in Syrië, met oorlogen overal in de wereld. Maar kent onze jeugd die verhalen wel?"

De burgemeester gaf aan dat een onderzoek heeft uitgewezen dat het niet goed zit met de kennis van jongeren over de Tweede Wereldoorlog. "Sterker: het geldt al voor de generatie na 1980. Dat is zorgelijk. Maar ik vind het nog zorgelijker dat steeds meer mensen de Holocaust ontkennen of bagatelliseren. Want dat blijkt ook uit onderzoek. Verklaringen worden gezocht in minder of slechter geschiedenisonderwijs, de grotere invloed van de alt-rightbeweging de laatste tien jaar, de wereldwijde digitalisering vol fake news en complottheorieën. We kunnen dit echter niet alleen op het bordje van het onderwijs, de media of de overheid leggen. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid, een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog over te brengen aan de jongere generaties. En we hebben samen een bredere verantwoordelijkheid. Namelijk om onze jongeren te leren kritisch te zijn op de informatie die zij voornamelijk via social media tot zich krijgen. Om jongeren te waarschuwen voor de gevaren van polarisatie, van uitsluiting, van racisme, van discriminatie, van antisemitisme. Om jongeren te leren over de mechanismen die leiden tot oorlog. Om de waarden van onze rechtsstaat te beschermen, én ze door te geven. Dat vraagt om een actieve houding van ons allen. Het vraagt om gesprek, om bewustwording, passend bij nieuwe tijden, en soms ook om confrontatie. Soms moet je opstaan. Als grenzen worden overschreden, onwaarheden worden verkondigd, mensen onrechtvaardig worden behandeld. Die confrontatie is niet altijd makkelijk, maar wel noodzakelijk."