Onderzoek naar Joods vastgoed in Diemen afgerond

DIEMEN Net als in veel andere plaatsen in Nederland heeft de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog ook in Diemen panden en percelen onteigend en verkocht. In veel gevallen ging het daarbij om bezittingen van Joodse inwoners die gedeporteerd werden. De gemeente Diemen liet daarom onderzoeken hoe het gemeentebestuur daar tijdens en na de Tweede Wereldoorlog mee om is gegaan.

De belangrijkste conclusies zijn dat er waar mogelijk na de oorlog in Diemen rechtsherstel heeft plaatsgevonden en dat er geen naheffingen zijn opgelegd aan Joodse eigenaren bij terugkeer. Wel was er in Diemen na de oorlog, net als elders in het land, nog weinig aandacht voor het bijzondere slachtofferschap van de gedeporteerde Joden.

Afgelopen jaren werd duidelijk dat in een aantal steden gemeentebesturen een verwijtbare rol speelden bij onteigeningen van Joods bezit en het rechtsherstel na de oorlog. In de wetenschap dat deze kwestie mogelijk ook in Diemen heeft gespeeld, heeft burgemeester Boog een team van de expertisegroep Politieke Geschiedenis van de Radboud Universiteit gevraagd daar onderzoek naar te doen. Uit het onderzoek komt naar voren dat er in Diemen in negentien gevallen sprake is geweest van onteigening en verkoop van panden of percelen. In de meeste gevallen ging het daarbij om landbouwgrond. In zeventien gevallen heeft hiervoor na de oorlog rechtsherstel volgens de toen geldende spelregels plaatsgevonden. Bij twee woningen was dat niet het geval. In het ene was dat niet goed meer mogelijk, in het andere geval heeft wel een schadeloosstelling plaatsgevonden. Voor zover na was te gaan, heeft Diemen aan Joodse eigenaren bij terugkeer na de oorlog geen naheffingen opgelegd voor achterstallige belastingen of erfpacht.

3