Afbeelding
Foto: HKD

Zoutzuur

Brandweer en politie in Diemen waren wel gewend om uit te rukken naar de Hartveldseweg of de Muiderstraatweg. Op de druk bereden route van Amsterdam richting het Gooi en terug gebeurden regelmatig ongelukken. Meestal materiële schade, maar vaak ook ongelukken met dodelijke slachtoffers. Niet alleen auto’s, motoren, fietsers en voetgangers waren daarbij betrokken, want de Gooische Moordenaar, de stoomtram, had zijn bijnaam niet voor niets gekregen. 

Maar de melding op de vroege ochtend van 14 augustus 1937 was anders en een tikje verontrustend. Een chauffeur van een vrachtwagen vol mandflessen zoutzuur had zijn wagen op de Hartveldseweg stilgezet. Hij had iets van rookontwikkeling gezien in zijn vrachtje. Bij nader inzien bleek dat een van de grote flessen was gebroken en dampen veroorzaakte. Daarbij kwam dat het zoutzuur op het wegdek liep. Met moeite kwam de brandweer door de enorme verkeersdrukte bij de plek des onheils. Daar werd een 'gevaarlijke zone' bepaald die vervolgens met de motorspuit werd schoongespoten. Die klus was gauw geklaard en het drukke verkeer, inmiddels een enorme file, kon weer ongehinderd verder.