Afbeelding

Een onbetrouwbare beheerder

Als beheerder van het prachtige kerkhofje Rustoord, we schrijven rond 1910, wist hij via slinkse wegen zijn inkomen te verhogen door wat spulletjes op de begraafplaats van eigenaar te laten verwisselen. Zo verpatste hij de grafzerk van de ene familie aan een andere familie en verkocht hij het grafhek van de erven S. aan de familie K. Inclusief plaatsing. De onbetrouwbare beheerder die in de jaren daarvoor zijn wijnzaak in Amsterdam failliet zag gaan, lukte het ook niet zijn vingers uit de armenbussen te houden. Daar zaten de giften in van bezoekers van begrafenissen om minderbedeelden, ook al waren ze overleden, respectvol te verzorgen. Bij de rechtszaak, want alles komt een keertje uit, bleek bovendien dat de beheerder zijn leveranciers van grafkelders en grafattributen niet altijd betaalde. Zoals meestal transformeerde de dader voor de rechter tot een zielig hoopje mens. De rechtbankverslaggever van de Haagsche Courant: “Zoo beweerde hij, het geld uit de offerbussen aan een vriend, die in nood verkeerde en dien hij niet noemen mocht, te hebben uitgeleend, aan welke bewering de rechtbank duidelijk te kennen gaf geen geloof te hechten.” Eis: tweeënhalf jaar.