De slangenbrug van Fakkeldij
Het was zijn finest hour. Een oktobermiddag in de herfst van 1934 op de Muiderstraatweg. Vlak bij de Diemerbrug, in de 'kom' van het dorp. Jaap Fakkeldij, opperbrandmeester van de Diemense brandweer, en zijn mannen waren er klaar voor. Een demonstratie hoe zij een brand konden blussen van de overkant van de weg over het verkeer heen. Inclusief de Gooische Stoomtram. Een brand blussen aan een drukke weg, maar geen verkeersopstoppingen. Belangstellend keken de grote mannen van de Noord-Hollandsche Provincialen Brandweerbond, de commandanten uit omringende gemeenten en een hoge piet van de Amsterdamse brandweer naar de trotse Diemense mannen. Ook de directie van de Gooische wilde het met eigen ogen zien. Nadat de motorspuit in werking was gezet, zetten de Diemenaren in rap tempo de slangenbrug in elkaar. Vier meter hoog en opgebouwd met naadloze buizen. Geen schroefje kwam eraan te pas. De slangen werden over de brug gelegd en aan de straalpijpen gekoppeld. Uit zes slangen spoot het water, terwijl het drukke verkeer geen belemmering ondervond. Het was een geïllustreerd verhaal waard. Journalisten tekenden het verhaal dus op en fotografen klikten erop los. Kranten en tijdschriften stonden er die week vol van.