Robin van Damme raakte als tiener een onderbeen kwijt. Tien jaar later is hij paralympisch atleet.
Robin van Damme raakte als tiener een onderbeen kwijt. Tien jaar later is hij paralympisch atleet. Foto's: Privéfoto

'Ik ben het levende bewijs dat alles kan'

Robin van Damme raakte als tiener een onderbeen kwijt. Na drie maanden kon hij met een prothese weer enigszins lopen. Tien jaar later is hij paralympisch atleet, bootcamp trainer en personal trainer: 'Ik heb een heel valide leven voor een invalide persoon. Maar de realiteit is natuurlijk wel dat ik ‘s ochtend na het tanden poetsen mijn been moet aandoen.'

Het is ook voor jou een heel andere zomer dan je had gedacht hé?
“Alle grote sporttoernooien zijn verplaatst. Deze zomer zouden in Assen de acht beste zitvolleybalteams van Europa samenkomen, maar dat is verzet naar het einde van dit jaar. En of het dan wel doorgaat, is nog maar de vraag.”

Je zit in het paralympisch zitvolleybalteam. Hoe hebben jullie de afgelopen maanden getraind?
“In de huiskamer met onlinechallenges van de bondscoach. Daarna zijn we, toen dat weer mocht, buiten gaan trainen en inmiddels hebben we de gewone trainingen weer kunnen hervatten.”

Beoefen je deze sport al lang?
“Sinds 1 januari 2017. Ik deed oorspronkelijk aan speerwerpen, maar dat werd opeens geschrapt als paralympische sport. Toen ben ik overgestapt op de 100 en 200 meter sprint. Maar ik kreeg steeds vaker blessures en miste hierdoor de Paralympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. Daar was ik zo ziek van dat ik ben gaan nadenken wat ik dan wel zou kunnen gaan doen.”

Tussen welke sporten ging het toen?
“Ik wil niet in een rolstoel sporten én ik wilde graag EK’s en WK’s spelen. Dan blijft er niet zo heel veel te kiezen over. Eigenlijk kwamen alleen zitvolleybal en gewichtheffen in aanmerking. Gewichtheffen leek me ook wel wat, maar daar moet je wel echt fulltime mee aan de slag wil je een kans maken. En ik heb naast de topsport ook mijn eigen bedrijf, dus dat gaat niet. Het werd dus zitvolleybal. Je zou kunnen denken dat zittend sporten heel beperkend voelt, maar dat is helemaal niet zo. Het bleek al snel heel goed bij mij te passen. Ik ben de libero, de hoofdverdediger. Als zitvolleybal het niet was geworden, was ik waarschijnlijk gestopt met topsport.”

Wat is de reden dat je per se niet in een rolstoel wilt sporten?
“Omdat ik nooit in een rolstoel zit. Ik kan het wel, maar ik vind het te beperkend. Ik kan met mijn prothese bijvoorbeeld prima staand tennissen en - qua sport mijn jeugdliefde - voetballen, maar dat zijn geen paralympische sporten - althans niet staand. Waarom niet? Geen idee. Maar ik weet wel dat ik bij rolstoeltennis ontzettend de neiging zou hebben om steeds op te staan.”

Je onderbeen is geamputeerd toen je 16 was. Wil je daar iets over vertellen?
“Ik vertel dit verhaal vrij vaak en dat is prima. Ik snap dat mensen het willen weten. Door te vertellen wat ik heb meegemaakt, wat ik bereikt heb en hoe ik nu in het leven sta, hoop ik anderen te motiveren en inspireren. In mijn geval heb ik kanker overleefd. Maar je hoeft niet ziek te zijn om met mijn verhaal je voordeel te kunnen doen. Het draait om positiviteit en doorzetten.”

Hoe ontdekte je dat je ziek was?
“Ik was net 16 toen ik last kreeg van mijn scheenbeen. Eerst een pijnlijk plekje, maar binnen een week was het een bult met rare kleuren. In het ziekenhuis zeiden ze meteen dat het of een bacterie was of botkanker. Een week later kreeg ik de diagnose: botkanker. En dan krijg je meteen hele nare dingen te horen. Dat je kaal gaat worden, dat je heel ziek gaat worden en misschien onvruchtbaar wordt. Het eerste deel van de behandeling bestond uit zes chemokuren om de tumor te laten slinken. Dat deed-ie ook, maar er was toch een operatie nodig. Ik kon kiezen tussen een beenbesparende operatie en een amputatie. Ik koos voor een amputatie. Daarna heb ik nog twaalf preventieve chemokuren gehad.”

'Ik weet niet eens meer hoe het is om twee benen te hebben'

Een tiener die vrijwillig voor amputatie kiest?
“Het was een keuze, maar eigenlijk ook niet. Ik had vijftig procent overlevingskans. De kans dat ze bij een beenbesparende operatie iets zouden beschadigen waardoor ik gehandicapt zou raken, was groot. Daar komt bij dat ze dan heel dicht langs de tumor snijden, waardoor het risico op verspreiding groter wordt. Dat wilde ik allemaal niet. Ik wilde gewoon beter worden. Drie maanden voor die operatie zei ik nog: als mijn been eraf moet, dan hoeft het voor mij niet meer. Drie maanden later zei ik: haal dat been er alsjeblieft af.”

Kun je daar doorheen kijken op die leeftijd, dat je ook goed kunt leven met slechts een been?
“Er worden dan dingen tegen je gezegd als: er is heel veel mogelijk. Maar je hebt geen idee wat dat inhoudt. Nu weet ik dat bijna alles mogelijk is. Maar ik dacht toen echt dat ik een gehandicapt leven zou gaan lijden. Het zit zo: ja, ik heb een beperking, maar die beperkt me niet. Ik heb een heel valide leven voor een invalide persoon. Maar de realiteit is natuurlijk wel dat ik ‘s ochtend na het tanden poetsen mijn been moet aandoen. Het enige vervelende is dat ik er af toe last van heb, zoals nu, nu mijn stomp weer een beetje ontstoken is. Maar ik heb ook veel voordelen hoor: niet in de rij staan op het vliegveld, gratis parkeren met mijn invalidenparkeerkaart, zelfs in Amsterdam! En ik heb een gaaf verhaal te vertellen. Vooraf teken je daar niet voor, maar nu schat ik het op waarde.”

Hoe gingen je vrienden ermee om?
“Je hoort vaak dat mensen met een ernstige ziekte vrienden kwijtraken omdat die niet weten hoe ze ermee om moeten gaan. Mijn vrienden waren op een leeftijd dat ze uitgaan en meisjes gingen ontdekken, terwijl mijn leven draaide om ziek zijn en overleven. Ik heb iedereen zelf gebeld om te vertellen dat ik kanker had en toen meteen gezegd dat ik begreep dat het moeilijk voor ze was, maar dat ik ze graag wilde blijven zien. Ook jongens met wie ik minder vaak omging, kwamen toen langs en werden goede vrienden. Het is niet zo dat ik met iedereen diepe gesprekken ging voeren. Gewoon een beetje gamen of een film kijken, helemaal goed.”

Zie jij je leven als voor en na je zestiende, als twee levens zeg maar?
“Ik weet niet eens meer hoe het is om twee benen te hebben. Ik was een stille tiener. Een grijze muis die niet wist wat hij met zijn leven wilde. Dus eigenlijk hebben de kanker en de amputatie me veel gebracht. Ik heb er een enorme wilskracht van gekregen. Drie maanden na de amputatie kon ik weer lopen. Dat wil zeggen: van A naar B waggelen. En nu ben ik paralympisch atleet, bootcamptrainer en personal trainer. Ik heb veel tegenslagen gehad, ook de afgelopen jaren, maar ik ben nooit bij de pakken neer gaan zitten. En nu zie ik het als mijn missie om ook anderen het beste uit zichzelf te laten halen.”

Stoort het je als mensen dat niet doen?
“Best wel. En al helemaal als ik er tijd en energie in stop. Toen ik net begon met mijn bedrijf was ik blij met elke klant, maar ik merkte al snel hoe vervelend het is om te werken met mensen die niet gemotiveerd zijn. Ik probeer die knop dan om te krijgen bij ze, maar als dat niet lukt weet ik inmiddels dat ze op een gegeven de handdoek in de ring gooien en dat vind ik dan ook helemaal niet erg. Inmiddels heb ik een zekere reputatie en krijg ik vooral klanten die er wel helemaal voor gaan.”

Ben je opgegroeid in Diemen?
“Mijn ouders verhuisden van Haarlem naar Diemen toen ik een jaar oud was. Ken je het Wapen van Diemen, dat restaurant bij het zwembad? Dat was van mijn ouders. De Eendenkorf heette dat toen nog.“

Wat leuk! Of niet?
“Mijn jeugd was leuk, maar met vervelende periodes. Mijn moeder is een geweldige vrouw, maar mijn vader... Ik heb sinds 2013 het contact met hem verbroken en de achternaam van mijn moeder aangenomen. Er is zo veel gebeurd, zo veel negatieve shit. Ik moest me wel afvragen: is mijn vader wel goed voor me? Is het wel goed voor mij om hem in mijn leven te hebben? Het antwoord was ronduit NEE. Nu ben ik een trotse Van Damme. Zie je deze tatoeage op mijn onderarm? Dat is een Zeeuwse knop uit de Van Damme-familie. Hij is van mijn oma geweest, die ook kanker heeft overwonnen. Ik kreeg hem van haar en overleefde die rotziekte ook. Daarna is-ie zowat de hele familie rondgegaan als er iemand ziek werd en nu is dat amulet zo ongeveer ons familiewapen.”

Hoe was het voor je moeder om haar kind doodziek te zien, denk je?
“Heel zwaar. Mijn moeder heeft er tien jaar over gedaan om me te krijgen en dat is uiteindelijk gelukt met behulp van ivf. Ik ben enig kind gebleven. Dus was ze ook nog eens bijna dat ene kind kwijt waar ze zo veel moeite voor had gedaan. Het was voor haar eigenlijk moeilijker dan voor mij. Ik bedoel: ik was weliswaar ziek en had veel pijn, maar zij stond machteloos. We ze kon doen, deed ze. Veel kankerpatiënten hebben last van smaakproblemen en dat kan per dag verschillen. Er was elke dag wel weer iets wat ik niet meer of juist weer wel verdroeg. Daar stortte ze zich op. Ze was er steeds, ze sliep bij me. We hebben een bijzondere band.”




Robin van Damme.
Johan Cruijff en Robin van Damme.