Intocht Canadezen in Diemen op 8 mei 1945. Op de geschutskoepel van de bunkermuur was met grote letters 'Welcome' geschilderd.
Intocht Canadezen in Diemen op 8 mei 1945. Op de geschutskoepel van de bunkermuur was met grote letters 'Welcome' geschilderd. Foto: Bakker

Bunkerbouwers moeten zich melden

In het kader van de afrekening na de oorlog kwamen ook de bunkerbouwers aan de beurt. Het Vrije Volk meldde op 19 juni 1945 al dat 'Weermacht-profiteurs onder de aannemers werden opgeroepen'. De Militaire Commissaris van het District Amsterdam beval alle aannemers, onderaannemers, uitvoerders die voor eigen rekening of voor rekening van een onderneming militaire werken in de uitgebreidsten zin des woords ten behoeve van den bezetter hebben uitgevoerd of hebben doen uitvoeren zich binnen een week schriftelijk te melden bij het hoofd van de Politieke Opsporingsdienst Amsterdam in de Marnixstraat. Het ging om alle betrokkenen uit Amsterdam, Aalsmeer, Diemen, Uithoorn, Nieuwer-Amstel en Ouder-Amstel. De aanmelding moest zeer compleet zijn en een betrokkene die zich niet meldde kon op een stevige vervolging rekenen. Maar ach, wat was stevig. Al een paar jaar later constateerde de Diemer Courant dat een aannemer die in opdracht van Duitsers de Nieuwe Buurt had gesloopt, gewoon mocht meewerken aan wederopbouwwerkzaamheden in Diemen. Geld ging al weer snel voor principes. Hij had als laagste ingeschreven. En het is algemeen bekend dat in het betaalde voetbal veroordeelde bunkerbouwers in de jaren zestig om de centen zeer welkom waren.