Hondenkarren en slagersjongens
Er was een tijd dat het straatbeeld gevuld was met handelaren. Wie het honderd jaar geleden kon betalen, had een paard en wagen. Maar dat was voor vele kleine middenstanders niet weggelegd. Zij waren aangewezen op een handkar of een hondenkar. Voor een hondenkar, inderdaad een kar die getrokken werd door honden, moest je een vergunning hebben. Volgens de trekhondenwet van 1910 was het gebruik van honden als trekker wel aan allerlei regels gebonden. De belangrijkste regel was wellicht dat 'de lading en de persoon zich in evenwicht bevinden en dat het gewicht niet zóó groot mag zijn dat het trekken kennelijk bovenmatige inspanning vereischt'. Kruidenier Van Zalingen beschikte blijkbaar over een vergunning, want op een foto uit 1916 zien we hem met droeve snor op de Hartveldseweg staan met zijn hondenkar die was bespannen met drie honden. Net als Van Zalingen kijken de drie honden niet bepaald vrolijk naar de camera. In de jaren daarna verdween de hondenkar uit het straatbeeld waarin nu de slagers- en bakkersjongens luidruchtig het beeld vulden. U weet wel: 'Hilversum 3 bestond nog niet. De slagersjongen had een opera paraat'.