Het minisymposium is donderdag 3 oktober in De Ontmoeting.
Het minisymposium is donderdag 3 oktober in De Ontmoeting. Illustratie: Nico Schaefers

Van hartenkreet naar minisymposium
over de oorlogsjaren in Diemen

In het minisymposium 'Verzet en verraad in de straat', daags voor de struikelsteenlegging, wordt ingegaan op slachtoffers, verzetsmensen en collaborateurs tijdens de oorlog.

DIEMEN Het verhaal over een gezinsdrama dat zich afspeelde in zijn straat tijdens de oorlog liet Schoolstraatbewoner Ronald van Gelder niet meer los. Hij onderzocht wat er precies gebeurd is in de Nieuwe Buurt en organiseert daarover een minisymposium, naar aanleiding van de struikelstenen die worden geplaatst voor tien oorlogsslachtoffers.

Cocky staat als veertienjarig meisje op 9 september 1942 op de stoeprand tegenover haar huis in de Schoolstraat, nummer 51. Ze hoort opeens een hels kabaal en geschreeuw, kijkt richting Schoolstraat 43 en ziet vreselijke taferelen. Buurmeisje Astrid Israëls rent op haar af, weg van haar ouders, die in paniek verkeren en schreeuwen. Ze moeten allemaal met gewapende mannen in uniform mee, een overvalwagen in. Dat gebeurt met bruut geweld. Cocky verkeert in shock. Ze is machteloos en radeloos. Jaren na de oorlog wordt bekend dat het gezin na de arrestatie binnen enkele dagen in Auschwitz is vermoord. Deze beelden is de nu 91-jarige Cocky Anderson-Kolumbis (1928) nooit meer kwijtgeraakt. Die blikken, dat geschreeuw, die machteloosheid en dat verdriet. Het heeft een grote impact op haar leven. Maar ze spreekt er nauwelijks over.
Ronald van Gelder: "Sinds Cocky mij in 2013 over dit gezinsdrama vertelde, heeft het ook mij niet meer losgelaten. En ben ik met haar en vele buurtgenoten (van toen) gaan praten en uitzoeken wat er tijdens de oorlogsjaren precies in dat huis en in de buurt gebeurd is. We zijn veel te weten gekomen over slachtoffers, verzetsmensen en collaborateurs, hoewel ook veel feiten niet meer te achterhalen blijken." In het minisymposium – dat georganiseerd wordt naar aanleiding van de struikelsteenleggingen - zullen onderzoekers van en 'betrokkenen' bij de gebeurtenissen van toen een bijdrage leveren. Hieronder enkele impressies uit hun bijdragen.

Laura Israëls

De eerste lezing 'Het verdriet komt soms heel dichtbij, maar dat hoort erbij' wordt gehouden door Laura Israëls. Ze is familie van het gedeporteerde gezin Israëls, dochter van Fred Israëls. "Fred vertelde mij dat hij niet thuis was toen zijn zusje, vader en moeder door de Duitsers werden opgepakt. Pas sinds een paar jaar weten wij dat onze familie, toen ze opgepakt werden, niet in Baarn ondergedoken zaten - waar ze woonden - maar in Diemen. Over Diemen heeft mijn vader echter nooit gesproken!" Laura gaat dieper in op wat onwetendheid over het lot van je familie met je doet en wat dit voor haar persoonlijk betekent.

Het verzet

Ronald van Gelder, onderzoeker erfgoedstudies aan de VU, bespreekt enkele aspecten van 'Onderduik en verzet in de Schoolstraat'. Daarbij gaat hij vooral in op vrijheidsstrijder Willem Petrus Roelofs (1910-1998), die vanaf 1 mei 1941 met zijn vrouw in de Schoolstraat woonde, op nummer 43. Hij was chemicus van beroep en een fanatiek wereldverbeteraar. Tijdens WOII deed hij solistisch verzetswerk, maar ook in diverse netwerken met zijn vrouw, buren, socialistische en/of studievrienden. Hij liet het gezin Israëls in hun huis onderduiken en was nauw betrokken bij de Persoonsbewijzen Centrale van Gerrit van der Veen. Roelofs bleef tot het eind van de oorlog onbevreesd en onverzettelijk.

'Sinds ik over dit gezinsdrama hoorde, liet het mij niet meer los'

Dagelijks leven

De derde presentatie, 'Collaboratie in De Nieuwe Buurt in Diemen', wordt door Taco ten Dam gehouden. Hij is kerndocent Hogeschool Rotterdam, redacteur van de Historische Kring Diemen en columnist van het DiemerNieuws. "Volgens historicus Chris van der Heijden," zegt Ten Dam onder meer, "zou het leven in Nederland na de bezetting rustig aan voortdobberen. Zo ook in Diemen. Uit talrijke voorbeelden uit het dagelijks leven in deze buurt komt echter een heel ander beeld naar voren. Nationaalsocialisten zorgden soms gezamenlijk, maar meestal individueel, door hun optreden voor een onveilige sfeer. Een aantal was overtuigd nationaalsocialist en antisemiet, wat voor Joden, onderduikers en andersdenkenden grote gevaren met zich meebracht."

De Joodse Raad

Ten slotte vraagt historicus Raymund Schütz zich af: 'Is ons beeld van de Joodse Raad juist?' Hij stelt de vraag waarom het historisch oordeel over de Joodse Raad nog steeds zo zwart-wit is. Volgens Schütz heeft dat te maken met de invloed van Pressers boek 'Ondergang' (1965) en de tijdgeest waarin regenten verantwoordelijk werden gesteld voor sociaal onrecht. Verder benadrukt hij dat de Joodse Raad meer was dan haar voorzitters. Schütz stelt daarom voor om de Joodse Raad in een breder perspectief te beschouwen als Nederlands orgaan en met andere Nederlandse bestuursorganen te vergelijken. "We mogen de Joodse Raad geen gedegen en genuanceerd oordeel onthouden."

Het minisymposium in De Ontmoeting begint donderdag 3 oktober om 18.45 uur en wordt geopend door burgemeester Erik Boog. Toegang 5 euro. Het programma staat op op gooiagenda.nl.