Arnold van Praag en Erika van Praag-Ruben.
Arnold van Praag en Erika van Praag-Ruben. Foto: Coll. S. Beck

Struikelstenen, om niet te vergeten

'Wij zullen hen niet vergeten'. Met dit motto worden vrijdag 4 oktober door kunstenaar Gunter Demnig op drie plekken in Diemen struikelstenen gelegd. De struikelstenen komen in de stoep voor de oude adressen van de familie Ruben, de familie Van Praag en de familie Rotenberg en het voormalige onderduikadres van leden van de familie Israëls.

Diemen In de jaren dertig van de vorige eeuw was Diemen tolerant voor Joodse vluchtelingen. Zij kwamen uit Polen, Tsjecho-Slowakije en Duitsland om te ontsnappen aan de pogroms en het zich snel verspreidende antisemitisme. In Diemen vonden zij een rustige omgeving met goede, betaalbare huizen en allemaal waren ze in staat hun beroep hier te blijven uitoefenen.

Maar toen in 1940 de Duitsers Nederland bezetten en hun nationaalsocialistisch gedachtengoed ook in Diemen in daden omzetten, beleefden de vluchtelingen opnieuw angstige tijden. Niet alleen NSB'ers waren in Diemen actief, maar ook de bestuurders van Diemen waren niet in staat hun ingezetenen te beschermen tegen de verregaande maatregelen die zij opgelegd kregen. Vooral de Joodse inwoners van Diemen werden hiervan het slachtoffer. Sommige wachtten niet af en probeerden de nazi's voor te blijven door verder te trekken naar Portugal of Zwitserland.

Nadat hun bewegingsvrijheid stap voor stap op vernederende wijze was ingeperkt, bracht de Sicherheitspolizei tientallen Joodse Diemenaren in april 1942 met bussen van de Gooische Tramwegmaatschappij naar Amsterdam. Onder hen de familie Ruben, de familie Van Praag en de familie Rotenberg.

Op de stoep voor hun oude adressen legt Gunter Demnig op 4 oktober vanaf negen uur struikelstenen. In de Schoolstraat legt Demnig tenslotte struikelstenen bij het voormalige onderduikadres van leden van de familie Israëls.

Familie Ruben,
Jan Bertsstraat 31' en 31''

Op JoodsMonument.nl staat een foto van het 25-jarig huwelijksfeest van Jacob en Sara Ruben. Achter hen staan hun dochters Erika, Else en Channa. Een prachtgezin. Het is 1932 en zij wonen in Bremerhaven. In 1933 komt in Duitsland Hitler aan de macht. De gevolgen voor de Joden en tegenstanders van het nationaalsocialisme zijn ingrijpend. Hoewel ze niet tot de jongsten behoren, besluit de hele familie naar het veiliger geachte Nederland te gaan. Ze kunnen uiteindelijk een bovenwoning huren in de Jan Bertsstraat in Diemen. Dochter Erika trouwt met Arnold van Praag. Ze betrekken de etage onder hun ouders. De zussen Channa en Else zijn dan al het huis uit. In april 1942 dwingen de Duitsers de twee gezinnen te verhuizen naar Amsterdam. De 64-jarige Jacob en zijn 70-jarige vrouw Sara worden op 13 maart 1943 in Sobibor vergast. Op 9 juli 1943 ondergaan Arnold en Erika in Sobibor hetzelfde lot.

Families uit Diemen die zijn weggevoerd en vermoord

Familie Rotenberg,
Jan Bertsstraat 14'

Ook Samuel Rotenberg en Chaja Schlomovicz denken in Diemen een nieuw en vooral veilig leven op te bouwen. Ze zijn afkomstig uit de streek rond de huidige stad Lviv in Oekraïne. Maar dat was in hun dagen eerst onderdeel van het Oostenrijks-Habsburgse Rijk en later Polen. Hoewel de streek bekend is met van tijd tot tijd antisemitische uitbarstingen, doet de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland Samuel en Chaja besluiten te vluchten naar Nederland. Na veel omzwervingen komen ze terecht in Diemen waar ze in 1934 trouwen. Ze wonen op verschillende adressen in Diemen. Samuel verdient redelijk de kost door op markten in Amsterdam scheerspullen te verkopen. Op zondag 8 december 1935, een druilerige winterdag, is het feest in de Jan Bertsstraat als hun zoontje Saul als Amsterdammer geboren wordt. In de zomer van 1937 verhuist het jonge gezin naar de overkant van de straat naar nummer 14'. Saul, een serieus kind met grote donkere kijkers en zwart haar, loopt later aan de hand van Chaja iedere dag naar de christelijke kleuterschool aan de Ouderkerkerlaan. Daar blijft zijn plek na de zomervakantie van 1941 leeg. Op last van de Duitsers. In 1942 moet het gezin Rotenberg onder dwang naar Amsterdam verhuizen. Als gezin belanden zij nog in Vught, maar Saul en zijn moeder zijn onderdeel van het kinderdrama in Kamp Vught. Zij worden via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd waar moeder en kind in juli 1943 worden vergast. Samuel wordt later gedeporteerd en in januari 1945 in Auschwitz vermoord.

Familie Israëls,
Schoolstraat 43

Het moet verraad zijn geweest. Sommige nationaalsocialistische Diemenaren schromen niet de Duitsers 'verdachte' adressen te verschaffen. Nooit heeft de verrader zichzelf verraden.

De Duitsers die op 9 september 1942 volkomen onverwacht voor de bewoners aanbellen bij de Schoolstraat 43, weten precies waar zij op af gaan. De onderduikers zijn volstrekt kansloos tegen de bewapende SD'ers. Zij verzetten zich hevig en met veel kabaal, maar na een poosje rijdt de volgeladen auto de straat uit. Marcus Israëls, zijn vrouw Maria en hun zevenjarige dochtertje worden vrijwel onmiddellijk via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Binnen een week zijn zij uit het veilig geachte Diemen op 1200 kilometer afstand ver weg in Polen vermoord. Een zoon die tijdens de inval niet thuis was, overleeft de oorlog. Het curieuze is dat de familie Israëls voor de oorlog zelf op het adres Schoolstraat 43 woonde, maar naar Baarn is verhuisd. Toen zij daarvandaan op last van de Duitsers moesten verhuizen naar Amsterdam, lieten zij zich inschrijven op een adres in Amsterdam, maar doken onder in hun oude woning in Diemen. Daar woonde officieel de verzetsman Peter Roelofs die onder andere onderduikadressen verzorgde en bonkaarten vervalste. Er is na de oorlog nooit iemand gearresteerd wegens verraad van de familie Israëls.

Astrid Israëls.
Jan Bertsstraat voor de afbraak in 1944.
Samuel Rotenberg.