Afbeelding

Dr. Jac. P. Thijsse (1865-1945)

Tussen 1850 en 1900 werd veldbiologie geleidelijk aan een erkende studie. Met name de professoren Oudemans en De Vries namen hun studenten mee naar de Diemerzeedijk voor veldonderzoek. Ook Jac. P. Thijsse bracht hier als student veel tijd door. Hij was zeer gesteld op het toen nog ongeschonden natuurrijke Diemerzeedijk-gebied zo dicht bij Amsterdam, met de Batterij 'Diemerdam' en de rietvelden langs de kust van de toenmalige Zuiderzee.
"Daar ligt een wal , waar in Napoleons tijd een kleine versterking was en daar heb ik dagenlang gebivakkeerd, om lekker buiten te zijn en meteen veel vogels te zien. Want zomer en winter trekken hier de vogels langs: meeuwen, sterns, grutto's, tureluurs, kemphanen, kieviten, wulpen. eenden van allerlei soort, leeuweriken, piepers, vinken, ijsvogeltjes, valken, sperwers en koekoeken." Rond 1900 was Ko Thijsse, met zijn goede vriend Eli Heimans, betrokken bij de oprichting van verschillende organisaties, waaronder de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. In 1914 publiceerde hij al zijn bevindingen in het beroemde Verkade-album "Langs de Zuiderzee". In het voorwoord schrijft hij: "Jongens, jongens wat heb ik aan de Amsterdamsche kust al een plezier beleefd en wat heb ik er veel van geleerd."