Het eerste voetbalveld
D.V.A.V., nu sv Diemen, huurde na de oprichting in 1931 een grasland van boer Pappot achter zijn huis aan de Ouderkerkerlaan. Er was wel een probleem, want het was niet handig dat het veld in tweeën werd gedeeld door een sloot. Met man en macht werd de sloot gedempt met afval en afgedekt met graszoden. In een houten hok kon je je verkleden. Het water kwam niet uit de kraan, maar uit de sloot. Spelers hadden vaak een petje op zodat hun haar niet vies werd. Na afloop liepen ze met een tinnen bakje naar de slootkant. Het bakje werd gevuld en zo kon het ergste vuil verwijderd worden.
De meeste tegenstanders kwamen uit Amsterdam. Niet zonder enige vrees trok men over de Diemerbrug. Naar de boeren, heette het. In de hoek net buiten de lijnen, zie de foto, stond een enorme hooiberg. Dat het er in de omgeving anders rook dan in de grote stad, laat zich raden. Er was geen grotere grap dan bij een ingooi de bal op hoofdhoogte in te gooien. Bij voorkeur naar iemand die niet wist dat de bal net in een plas water met mest had gelegen.