Stanley Menzo: 'Het Cruyffcourt is een goede gelegenheid voor kinderen om een balletje te trappen.'
Stanley Menzo: 'Het Cruyffcourt is een goede gelegenheid voor kinderen om een balletje te trappen.' Foto: Trudy Kroese

'Voetballen leer je door te voetballen'

Na een periode in Zuid-Afrika is oud-Ajacied Stanley Menzo weer terug in Nederland én komt hij binnenkort met zijn vrouw en zoon weer terug naar Diemen-Noord. Hoog tijd voor een goed gesprek.

DIEMEN "Het veld ligt er nog mooi bij", merkt Menzo op als hij bij het Cruyff Court in Diemen-Noord op de foto gaat voor dit artikel. "Wordt het wel vaak gebruikt door de jeugd?" Het doet hem goed als dat beaamd wordt. Zo is er gelegenheid voor kinderen om lekker een balletje te trappen. Hoewel, liever nog op straat. Daar leerde hij zelf als jongetje in Amsterdam-Oost ook voetballen, én natuurlijk keepen.

Waarom leren kinderen op straat zo goed voetballen?
"Ik voetbalde in mijn jeugd met mijn vrienden heel veel op straat. Daar leer je zo veel van. Voetballen leer je door te voetballen. Je hebt er ook weinig voor nodig: een bal, een pleintje en een groep vriendjes. Dat gaat automatisch als je het leuk vindt. We voetbalden op steen, ik keepte ook op straat en ben veel gevallen, maar ik had geen blessures omdat je automatisch bepaalde weerstanden opbouwde en valtechniek ontwikkelde."

En toch, als we elkaar spreken, loopt Menzo met krukken. Drie weken eerder heeft hij een nieuwe heup gekregen. "Dat is een consequentie van het keepersvak, je valt veel en mijn heupen zijn daardoor versleten. Maar ik heb al geen pijn meer en die krukken kunnen ook snel weer weg", zegt hij luchtig.

Er is natuurlijk wel minder ruimte om veilig op straat te voetballen.
"Daarom zijn de Cruyff Courts erg goed. Maar we willen steeds meer terug naar natuurlijk voetballen. Zo zijn er bij wedstrijdjes tussen jongere voetballertjes geen scheidsrechters meer tegenwoordig. Dat was vroeger niet anders op straat. We maakten onze eigen regels en respecteerden die. Zo is voetbal groot geworden en dat moet als basis weer terugkomen: leren voetballen door te voetballen. Kinderen meer zelf laten ontwikkelen en niet alles voorkauwen, maar je moet ze ook wel dingen bijbrengen. Natuurlijk gaat er veel meer geld om in de voetballerij tegenwoordig, we moeten wel meegaan in de tijd waarin we nu leven."

En sommige voetballertjes brengen het dan tot prof, hoe ging dat bij jou?
"Ik ging op voetbal toen ik een jaar of acht, negen was. Eerst bij TDW Centrum en FC Amstelland, later bij AVV Zeeburgia. Waarom ik keeper werd? Die rol had ik op straat altijd al: meespelen als het goed ging, keepen als we moesten verdedigen. Bovendien: als de oudere spelers kwamen, moesten wij als jongere spelers ruimte maken. Maar als je op doel ging staan mocht je wel meedoen. Bij TDW Centrum voetbalde ik in eerste instantie, maar toen er een keeper nodig was, bood ik me aan. Dat beviel van beide kanten. En als - enige - keeper werd je nooit gewisseld, dan heb je wat je wilt hebben."

"Op mijn twaalfde was ik eens met een vriendje mee dat al bij Ajax trainde en toen mocht ik ook komen. Maar mijn ouders vonden dat toen niet goed. Een paar jaar later ben ik toch bij Ajax gaan spelen, in het laatste jaar van de jeugdopleiding. En dan wordt het wel anders, professioneler. Vaker trainen, je speelt grote toernooien en belangrijke wedstrijden. Ja, natuurlijk leef je dan wel anders dan je vrienden. Als je op zondag een wedstrijd speelt, ga je ook niet op zaterdagavond uit. Maar dat wisten ze, die vriendschap bleef wel. Als je bij Ajax speelt, krijg je meer aanzien. Dat is zowel in positieve als in negatieve zin. Het gaat toch om betaald voetbal en je wilt je inzetten voor het aanzien van je club en je teamgenoten. Als je een fout maakt, wordt je dat ook zwaarder aangerekend, hoewel dat in mijn tijd nog wel meeviel. Als je jong bent, beleef je dat gewoon, en geniet je ook nog."

Hoe zou je het vinden als jouw zoon ook profvoetballer wordt?
"Nou, hij heeft aan karate gedaan, maar begint nu interesse te krijgen in voetbal en wil wel bij een club gaan spelen. Of dat bij SV Diemen of mijn eigen oude club Zeeburgia zal zijn, weten we nog niet. En of hij ook het talent heeft om een prof te worden weet ik echt niet, hoor. Hij heeft niet de liefde voor het voetbal die ik had op die leeftijd. In Kaapstad heeft hij wel op school gevoetbald en hij heeft vriendjes die voetballen. Het maakt me ook helemaal niet uit, ook niet welke sport hij doet, als hij er maar plezier in heeft, dat is het belangrijkst. Mocht hij talent hebben, voor voetbal of een andere sport, dan zien we wel weer verder. Omdat we nu nog niet weten wat de toekomst ons brengt en vooral waar dat zal zijn, gaat onze zoon niet in Diemen naar school, maar naar een internationale school. Dan houdt hij ook zijn Engels op peil. Anders zouden we wel voor een school in de buurt kiezen."

Ging je als kind ook wel bij Ajax kijken?
"
Als kind ben ik weleens door het hek De Meer in geglipt om wedstrijden te kunnen kijken. Maar ik vond het leuker om zelf te voetballen dan te kijken naar voetbal. Dat heb ik nog steeds. Als ik maar even kan, voetbal ik graag mee met Lucky Ajax en ook als trainer doe ik graag mee door in een bepaalde positie te spelen. Me aansluiten bij een amateurteam zit er niet in als ik ook trainer ben. Het is niet leuk voor een team als je vaak moet afzeggen omdat je voor je werk weg bent."

Je werd indertijd door Johan Cruijff als eerste keeper bij Ajax ingezet, omdat je een 'meevoetballende keeper' was. Iets nieuws in die tijd?
"Dat was wel nieuw ja, maar voor mij heel gewoon, zo had ik altijd al gespeeld op straat en bij de club. Nu is het eigenlijk wel de norm en wordt daar standaard op getraind. Cruijff is heel belangrijk geweest voor mijn carrière. Hij was heel vernieuwend en gaf me de kans en vooral het vertrouwen."

Terecht dat de Arena nu Johan Cruijff Arena heet?
"Dat vind ik niet meer dan logisch. Alles rond De Meer, Betondorp en de Watergraafsmeer ademt Cruijff, dus daar past het ook, dat kun je niet los zien. Wel jammer dat je die waardering pas krijgt als je er niet meer bent. Het is mooier als iemand het zelf nog mee kan maken en de waardering voelt."

Je bent nu weer een paar maanden terug in Nederland. Net wilde nog een dame met je op de foto, herkennen mensen op straat je nog vaak?
"Mensen van mijn generatie en ouder herkennen me nog wel, die hebben me nog zien spelen. Voor de jongere generaties ben ik natuurlijk geen bekende voetballer of bekende Nederlander."

Ga je nog vaak kijken naar wedstrijden in de eredivisie?
"Ik ben al een paar keer bij Ajax geweest, maar ook bij AZ. Ik ben niet uitsluitend supporter van één club, ik ben gewoon een voetballiefhebber."

'Zelf voetballen heb ik altijd leuker gevonden dan naar voetbal kijken'

"Met Ajax ben ik natuurlijk wel opgegroeid en dat is de club die mij gevormd heeft en gemaakt tot wat ik ben, dus daarvoor heb ik wel een speciale plek. Maar bij PSV heb ik ook een speciaal gevoel. Bij Ajax kom je veel bekenden tegen, dat is altijd leuk."

Ook Edwin van der Sar, nu directeur bij Ajax, maar ooit de keeper die jouw plek overnam?
"Ja, natuurlijk. Als je daar boos over zou zijn, zou je jezelf bestempelen als god. Dat niemand jouw taak zou kunnen overnemen. Dat is heel normaal in de sport, daar telt dat niet. Er is een tijd van komen en van gaan. Zo gaat dat."

In 1989 ontsnapte je door toeval aan de vliegramp waarbij een groot aantal voetballers omkwam. Wat doet dat met je?
"Weet je, we ontsnappen dagelijks aan een ramp, in de auto, onderweg. Ik mocht toen van Ajax niet meedoen en reisde daarom een paar dagen eerder los van het team met mijn gezin om in Suriname vakantie te vieren. En om misschien stiekem toch wel mee te spelen. Dat is dus mijn redding geweest. Maar dat gebeurt vaker, mijn schoonmoeder woonde tot een jaar voor de Bijlmerramp in de flat die geraakt werd. Mijn eerste vrouw en kinderen waren daar iedere zondag. Als je eraan denkt dat zij daar hadden kunnen zijn... Bij de vliegramp in Suriname ben ik veel vrienden en bekenden verloren. Dat heeft veel pijn gedaan, maar de tijd heeft mij de kracht gegeven het een plaats te geven en door te leven. Maar vergeten zal ik het nooit. Het is als de dag van gister."

Hoe ziet jouw leven er nu uit?
"Ik heb nu tijd voor cursussen die ik altijd al wilde volgen, zoals psychologie, ook heel belangrijk in het voetbal. Daarnaast ben ik al jaren ambassadeur van het KNVB WorldCoachesprogramma. Dit programma is gebaseerd op de gedachte dat we onze kennis en internationale ervaring in kunnen zetten om wereldwijd kinderen verder te helpen. Wij coachen jonge, gemotiveerde, talentvolle, lokale coaches tot WorldCoaches. Deze WorldCoaches kunnen kinderen op een leuke en verantwoorde manier leren voetballen, en de kinderen coachen in het ontwikkelen van belangrijke lifeskills, zoals samenwerken, creatief denken en problemen oplossen."

Waar zie jij jezelf in de toekomst?
"Voor de toekomst sta ik overal voor open. Het moet passen bij mijn gezin en bij mij als persoon. Een land waar het ijskoud is, zal het daarom niet worden, dat ligt niet in mijn aard. Ik kies voor een rol als (assistent-)trainer, niet als keepertrainer, dan beperk ik mezelf te veel. Zelf keepen vond ik leuk, maar ik zie ook andere dingen en wil meer doen dan alleen keepen. En directeur, zoals Van der Sar, lijkt mij niks op dit moment. Ik wil nog lekker op het veld bezig zijn, buiten, in beweging, nog niet achter een bureau."

In juli was Menzo al even in Diemen om met wethouder Jeroen Klaasse de Diemer Doe Dag te openen.