Afbeelding
Foto:

Eldorado Diemen

"Natuur is voor tevredenen of legen", vond dichter J.C. Bloem. Een regenachtige dag in de Dapperstraat was toch veel mooier. Ingelijst door het zolderraam naar de bewegende wolken kijken: het toppunt van geluk. Maar hoe anders keek de Nederlandse stads- en dorpsbeschrijver Lieve van Ollefen (1749-1816) tegen de natuur aan. Diemen en omgeving was voor hem "een oord met de vruchtbaarste moes- en schoonste weilanden, voor welken considerabele sommen betaald worden, er is in deeze banne ook zeer goede jagt op watersneppen en eendvogels; sedert eenige jaren vindt met er ook veele haazen; de visscherij is er niet minder rijk: men vangt er ongemeen groote snoeken, de smakelijkste baars, post, paling en carpers, alle welken door liefhebbers verre boven anderen geschat worden." Dat stond dus haaks op de latere mening van Bloem. Maar al het moois dat Diemens natuur voortbracht was ook niet echt in overeenstemming met hoe wij tegenwoordig over de natuur denken. Volgens Lieve van Ollefen was de natuur namelijk eigenlijk bestemd om smakelijk te consumeren. In zijn 8-delige publicatiereeks (deel 3: "Amstelland, Weesper Kerspel, Gooiland, de Loosdrecht, enz.", verschenen in 1785) vermeldt hij dat Diemen en omgeving een eldorado voor jagers en vissers moet zijn geweest.