Afbeelding
Foto:

Niet wielrennen op zondag

In 1922 vroeg wielervereniging De Germaan aan de gemeenteraad van Diemen of zij daar een wielerbaan mocht bouwen. Een plaats werd nog niet aangegeven. Burgemeester Bicker liet de raad al voor de discussie uit geen wielrenners in zijn dorp te willen. Te druk allemaal. De gemiddeld 10.000 bezoekers bij een wedstrijd waren er te veel. Bicker stelde dat het verkeersaanbod op zondag nu al zo groot was dat hij regelmatig het Rijk om extra politietoezicht moest vragen. Raadslid Verduin vond dat een drogreden. Hij benadrukte dat de plaats immers nog niet bekend was. Die verkeersdrukte kon dus gereguleerd worden. Verduin wilde ook weten hoe Bicker dacht over de 20% binnen te halen vermakelijkheidsbelasting op de entreegelden van 10.000 bezoekers. Een formidabel bedrag. Bovendien konden veel meer mensen in Diemen ervan profiteren en zou het goed zijn voor het imago van Diemen. Toen kwam de aap uit de mouw. De twee wethouders waren uit andere principes tegen deze baan en de burgemeester, hoewel hij de principes niet deelde, achter zijn wethouders. Niet wielrennen op zondag dus. Diemen op de Veluwe. Tot troost: het was 1922. Tien jaar later opende in Duivendrecht de VEKA-baan.