Afbeelding

Nog meer gezelligheid bij brug

De horeca bij de Diemerbrug werd niet alleen door de vele 'reizende luiden' bezocht. Diemerbrug ontwikkelde zich aan het eind van de negentiende eeuw tot een pleisterplaats voor de Amsterdamse rijken. Vooral op zondag was het een komen en gaan van koetsen en te paard gezeten jongemannen uit Amsterdam. Ze meden de Watergraafsmeer waar het volk steeds meer het vermaak zocht. Zondag 24 februari 1878 verschijnt de Amsterdamse burgemeesterszoon Coo den Tex met zijn stapmaatjes bij de Diemerbrug. Coo kent de plek maar al te goed. Zijn vader kwam daar in zijn studententijd al kolven en kegelen, waarbij hij de fles niet onberoerd liet. En daar zijn ze dan: de Amsterdamse zoontjes van de welgestelden, met Cootje voorop. Met veel bombarie worden de paarden neergezet in de stal van De Reiger. In deze - zeker voor het Diemen van die jaren - wat chiquere gelegenheid treffen de jongemannen onder anderen mevrouw Carré. Inderdaad van Theater Carré. Het gezelschap doet zich tegoed aan de heerlijke oesters. Op de terugweg naar Amsterdam kijken de Diemenaren hun ogen uit als negen te paard gezeten aangeschoten jongemannen de koets met daarin de dames escorteren naar de stad.