Afbeelding

Literatuur in Diemen (2)

De meest aansprekende Nederlandse schrijver die wat met Diemen had, is waarschijnlijk wel Gerard Reve. Als de kleine Gerardje van het Reve groeide hij op in de toentertijd allernieuwste uitleg van Amsterdam, officieel Tuindorp Watergraafsmeer, officieus Betondorp. In het prachtige verhaal 'De laatste jaren van mijn grootvader' haalt Reve in 1947 (een beetje vermoeiend, maar Gerard noemde zich toen Simon van het Reve) herinneringen op aan zijn opa.

Die opa was Kornelis Doornbusch en woonde in bij de familie Van het Reve. Op zondag nam grootvader de kleine Gerard mee uit wandelen. De route ging naar Diemen, waar opa in het café bij de brug steevast een borrel dronk en zijn kleinzoon een 'korstje' kreeg, de benaming van een koeksoort. Op de Hartveldseweg sloeg de angst toe bij de kleine Gerard als de Gooische Moordenaar voorbijkwam. Vooral het geluid van de bel, "die door een dwaas hamertje werd aangeslagen" en de zwarte wolken wervelend achter het gevaarte deden hem vluchten met zijn gezicht in grootvaders voorschoot. Kornelis Doornbusch droeg namelijk een grote lap zwarte stof als een soort schort, waardoor hij in het algemeen voor schoenmaker werd aangezien.