Afbeelding

Veldwachter betrapt brugwachter met hoge nood

Wij weten, dankzij Frits Reurekas, dat de politieman links gemeenteveldwachter Jan Kloosterman is. Op 1 december 1904 haalde de vlijtige functionaris de voorpagina van het Algemeen Handelsblad toen Kloosterman bij de rechtbank vertelde over de aanhouding in een pand aan de Prins Hendrikkade in Diemen. In een zomernacht in augustus had Kloosterman een man zien verdwijnen in een paardenstal. Toen Kloosterman bij de stal poolshoogte nam, ging plotseling de deur open en stond hij oog in oog met de brugwachter van de Diemerbrug, Luit Postma. Wat deed Postma in de stal?, wilde Kloosterman graag weten. Postma antwoordde dat hij een stukje de kade op was gewandeld om de schepen beter te kunnen zien aankomen. Hij had al de hele avond last van darmkrampen, maar bij de stal was hij plotseling overvallen door een niet te stuiten kramp. In de stal had hij even "zijn natuurlijken behoefte" gedaan. Bij de paarden en de daar bewaarde groenten. Maar waarom was Postma niet even teruggelopen naar de brugwachterswoning? Dit was ordinaire huisvredebreuk, vond het O.M. en eiste 14 dagen gevangenisstraf. Postma was verbaasd: "Ik had hoegenaamd niets kwaads in de zin."