'Deze wederopbouwbuurt is heel zorgvuldig gemaakt'
Nieuwbouw is een kans om de eenheid in het 'architectonisch unieke deel van Diemen' te versterken. Dat vindt architect Henk Dirkx.
DIEMEN Onder alle protesten tegen de geplande nieuwbouw op de hoek van de Arent Krijtsstraat was er ook een van architect Henk Dirkx van Erfgoedvereniging Heemschut. Architectonisch is dit een uniek deel van Diemen en daar moet je goed opletten wat je erbij plaatst, betoogde hij. Wat er dan zo bijzonder is aan de huizen in en rond de Arent Krijtsstraat liet hij zien tijdens een wandeling door de wijk. En hij vertelde wat er in zijn ogen wél zou passen op de hoek van de Arent Krijtsstraat en de Hartveldseweg.
De Arent Krijtsstraat en omgeving vormen een bijzonder gebied. In 1943 is de bebouwing er op last van de Duitsers gesloopt. "Na de oorlog is hier in de jaren vijftig en zestig een kleine maar hoogwaardige wederopbouwbuurt tot stand gekomen, waar architecten van naam aan hebben meegewerkt. Deze wijk is heel zorgvuldig gemaakt. Hier is meer dan gemiddeld voor die periode werk van gemaakt", vertelt Dirkx als we langs de winkels en portiekflats lopen. "Als je goed kijkt, zie je dat er veel aandacht is besteed aan met name de gevels. Daarin zijn allerlei bijzondere elementen en details te zien, waardoor er ook diepte in zit. Heel bijzonder vind ik twee rijen woningen aan de Reinier Castelijnstraat. Die zijn wat mij betreft monumentwaardig. Typisch voorbeeld van de Bossche School, ontworpen door Evers en Sarlemijn en typisch voor de jaren 50. De gevels zijn nu wit geschilderd, maar ik denk dat ze oorspronkelijk grijs geweest zijn. Hoe de dakgoot voor alle dakkapellen langs is gemaakt. En dat metselwerk: de voegen zijn op een heel speciale manier gemaakt."
Kans
Juist omdat dit stukje Diemen tussen de Hartveldseweg, Diemerkade, Wilhelminaplantsoen en Jan Bertsstraat zo uniek is, en Diemen al niet zo veel bijzondere architectuur uit het verleden bewaard heeft, is de nieuwbouw op de hoek van de Arent Krijtsstraat een kans om de stedenbouwkundige eenheid van het gebied te versterken, meent Dirkx. Een galerijflat van 11 verdiepingen was dat niet. Wat wel? "Ik zou zeggen: kijk goed om je heen en sluit daarbij aan. De hoogste bebouwing is vier lagen en een kap. De rest van de buurt bestaat uit portiekwoningen van hooguit drie lagen en een kap, meestal maar twee. Een galerijflat past daar niet bij. Wat wel mooi is, daar oordelen wij als erfgoedvereniging niet over. Ik wil best meedenken over mogelijkheden, maar een goede ontwerper vindt dat wel." En qua hoogte? "Bij de opzet van zo'n wijk maak je een hoge wand aan het uiteinde, zoals hier die vier lagen langs wat vroeger de drukke rijksweg was. Die noodzaak is er nu niet meer. Ik zou zeggen: blijf binnen de grenzen die het bestemmingsplan aangeeft. Dus maximaal 16 meter hoog, dat zijn vijf verdiepingen. Het college kan daar 5 meter van afwijken, dus dan kom je op 21 meter, met zeven bouwlagen. Dat vind ik al aan de hoge kant op deze plek."