In de kraag gegrepen
Een beetje levenslust en avontuurlijkheid kon je hem niet ontzeggen. Het is november 1960, je bent 15 jaar en je woont in Diemen. Het is zondagavond. Morgen is er weer school. Het loopt even niet lekker thuis. In een opwelling vist hij de sleutels uit het colbertje van zijn vader. Even later klimt hij door het slaapkamerraam van zijn 14-jarige vriend naar binnen. "Ga je mee?" fluistert hij. Een kwartier later zijn ze in de gloednieuwe auto van zijn ouders op weg naar Leiden. Daar komen ze om drie uur 's nachts aan. De volgende dag zwerven ze door de sleutelstad en pakken in de avond een bioscoopje. De volgende stop is Loosdrecht waar ze een boot huren en de plassen opgaan. In de avond, ze staan al twee dagen op de politietelex, willen ze de auto in Diemen even in de garage zetten. Nog één nachtje slapen in een zeilboot aan de Diemerkade. Maar een buurtbewoner ziet ze scharrelen. Een op de voorpagina flink uitpakkende Telegraaf meldt dat het avontuur over is , "als de buurtbewoner hen in één van de Diemer straten in de kraag grijpt."