Valse aangifte in de Watergraafsmeer
In het voornamelijk agrarische dorp Diemen van 1918 was er een boer die de overheid te slim af wilde zijn. Kort daarvoor was zijn vee geïnventariseerd en vanaf dat moment moest hij elke uitbreiding of vermindering van zijn veestapel bij de overheid melden. Onze boer deed op zekere dag in de Watergraafsmeer aangifte bij de marechaussee dat er de vorige nacht een schaap uit zijn weide was gestolen.
Toen de boer vertrokken was, raadpleegde de politieman van de Watergraafsmeer het hoofd van de politie in Diemen. Hij vond het een beetje raar dat de boer de aangifte niet in Diemen had gedaan. Burgemeester Bicker van Diemen stuurde daarop een mannetje naar de boerderij om een kijkje te nemen. En dat onderzoek bracht aan het licht, aldus de journalist van De Tribune, "een schapekop en diverse slachtafvallen van een schaap afkomstig." Toch hield de boer vol dat er echt een schaap uit zijn weide was gestolen. "Vanwaar de gevonden schapekop en de afvallen dan wel afkomstig waren?" vroeg de politieman. Onze journalist noteerde: "Op deze vraag van den commandant antwoordde de veehouder, ze gekocht te hebben "van den grooten onbekende".