Afbeelding

Moord in de Weesperstraat?

Ze hadden hem al een poosje gemist in de Weesperstraat. In de winter van 1920 was A.H. die vrijdag voor het laatst gezien toen hij een familielid had bezocht. Hij had de meisjes verrast met een springtouw door een 'loglijn' in stukken te snijden. Daarna had niemand de 44-jarige zeeman meer gezien of gehoord.

"Gistermiddag hadden de verontruste buren er de politie en de burgemeester bij gehaald, waarna veldwachter Kloosterman erin slaagde de deur van het kleine huisje te openen. Toen de gordijnen weg waren geschoven, ontdekte men dat H. aan 'n stuk der loglijn hing, vlak voor zijn bedstede. Omdat zijn benen eveneens met een touw waren gebonden, rees het vermoeden dat het om een misdrijf ging. De dokter van Diemerbrug, de heer Derkinderen, stelde een medisch onderzoek in en waarschuwde daarna de officier van justitie met een aantal helpers. De conclusie was, dat, ware men de woning binnengedrongen, dit door het zolderraampje moest zijn gebeurd. Er werd op vingerafdrukken gezocht, die gevonden werden. Ook werden fotografische opnamen gedaan. Een nader onderzoek zal dienen uit te maken of hier moord of zelfmoord in het spel is. De man had geen geld in huis."