Afbeelding

Schandelijke toestanden bij de Gooische stoomtram (3)

De journalist van het socialistische blad Recht voor Allen had in december 1899 nog veel meer te vertellen over de zware en gevaarlijke omstandigheden van de werknemers van de Gooische Stoomtram Maatschappij. Niet alleen waren de werktijden van de machinist absurd lang, ook het loon was karig. Voor een werkweek van meer dan 100 uur beurde een doorsnee machinist 12 gulden, waarvan 1,50 werd ingehouden voor verplichte woonruimte. De huur stond in geen enkele verhouding tot het gebodene.

Terwijl de aandeelhouders in hun uiterst luxueuze herenhuizen een sigaartje opstaken, moest de machinist in zijn schafttijd vaak "smeeren en vuur bedienen" of "het vuur schoon maken en rangeren". Zo bleef er vaak maar een half uurtje schafttijd over. Een conducteur verdiende nog minder en was min of meer afhankelijk van fooien. Hun werktijden waren gelijk aan die van de machinisten. De Gooische moest van de directie alles vervoeren. Niet alleen passagiers, maar ook goederen. De journalist van Recht voor Allen pleit dan ook voor afzonderlijk goederenvervoer: "Het gebeurt vaak, dat de tram onderweg geruimen tijd stil moet houden om goederen in en uit te laden. De kondukteurs zien er daardoor dikwerf onzindelijk uit."