Elly (links) en Esther hadden veel steun aan de dagboeken van Elly's vader bij het schrijven van het verhaal.
Elly (links) en Esther hadden veel steun aan de dagboeken van Elly's vader bij het schrijven van het verhaal. Foto: Trudy Kroese

'Ik wilde mijn verhaal graag vertellen'

Een paar jaar geleden werd Esther geroerd door een poster met de tekst 'Vergeet hen niet'. Op communityjoodsmonument.nl zijn alle adressen van Joodse huizen te vinden. Hier kun je uitzoeken of, en zo ja welke Joodse mensen er vroeger in jouw huis hebben gewoond. Esther stuitte daar op de namen Jacob Levij Northeimer en David van Gelder, die op het adres hadden gewoond aan de Kloveniersburgwal waar zij nu met haar man een hotel runt. Het was het begin van een lang onderzoek naar de geschiedenis van het pand en vooral de bewoners. "Er was verder niks bekend over Jacob en David. Ik vroeg mij af: hoe kun je iemand vergeten die je niet gekend hebt?" Esther schreef het verhaal van Jacob en David en dat is opgenomen in de eerste bundel 'Joodse Huizen'. "Na het uitkomen van het boek ontdekte ik dat een kleindochter van David slechts een paar straten verderop woont in Diemen en dat wij elkaar al 21 jaar van gezicht kenden. Haar zus had me benaderd en zei: Jij hebt mijn opa herdacht, heel bijzonder."

Het is de bedoeling dat er een serie boeken komt die samen een monument in boekvorm vormen om de herinnering aan de vermoorde Nederlandse Joodse mensen en hun gezinnen levend te houden. In de boeken wordt een beeld geschetst van het leven van de Joodse families voor de Tweede Wereldoorlog en de verdwenen Joodse cultuur uit Nederland.

Uit het verhaal van Elly:

'We hebben zeveneneenhalf jaar in de Vechtstraat gewoond. Die woning zullen wij niet snel vergeten. Ik leerde er lopen en praten. Het was de woning waar veel jonge mensen op bezoek kwamen, jongeren van de jeugdgroep, vrienden en bekenden. In ons huis was altijd sfeer. Het was niet alleen het gevoel van veilig thuis te zijn, nee, het was veel meer: er was gezelligheid, stemming, geest en… liefde. Onze vrienden kwamen graag bij ons. Ook zij voelden de sfeer.'

Dan begint de oorlog. 7 oktober 1940:

'Toen… hevig schieten, een ontzettende knal, licht, rinkelend glas, gegil van vrouwen en kinderen, geroep, lichten uit… Papa en mama stonden meteen naast hun bed, de bovenbuurvrouw kwam binnenrennen. 'Pak het kind, er is een bom ingeslagen.' De zoons van de buurvrouw gingen poolshoogte nemen. De bom bleek in het midden van de Vechtstraat ingeslagen te zijn, ongeveer tien huizen naast het onze. Hij was bedoeld voor de gasfabriek aan de Amstel. De paniek was verschrikkelijk.'

Het verhaal van Elly staat in 'Joodse Huizen' deel 2. Voor de samenwerking werden Esther en Elly met elkaar in contact gebracht door winkelier Aernout Bax van XAB in Diemen-Noord. Hij vertelde Esther dat hij wel iemand kende in Diemen die vast ook haar verhaal wilde vertellen. Dat was Elly. "Natuurlijk wilde ik mijn verhaal graag vertellen. Ik vind het niet moeilijk om over de oorlog te praten. Ik vertel heel vaak verhalen over Israël en Joodse dingen en de oorlog en ik geef regelmatig les daarover op basisscholen." In die verhalen weet Elly, die zelf lang leerkracht was op een basisschool, ongetwijfeld de leerlingen enorm te boeien. "Het is belangrijk om de herinnering levend te houden voor de volgende generaties." Dat gebeurt ook in de verhalen in 'Joodse Huizen' door het inkijkje dat zij bieden in de Joodse cultuur van voor de oorlog en ook door het noemen van de namen van al die mensen die niet meer terugkeerden. "Dat is een typisch Joods gebruik, zolang je de namen nog weet, worden de mensen niet vergeten. 'Ledor Wador', geef verhalen door aan de volgende generaties."

"Mijn vader hield vanaf de dag van mijn geboorte dagboekjes bij. Gelukkig maar, want veel van voor de oorlog wist ik zelf niet meer natuurlijk, toen was ik nog te jong. Kijk, dit is mijn geboortekaartje en ik heb ook veel foto's." In een keurig handschrift bladzijden vol met alles wat de familie in de jaren voor de oorlog en in de oorlogsjaren meemaakte. Het verhaal eindigt als de familie moet onderduiken, nadat ze eerst de Vechtstraat al hadden moeten verlaten. De 'Anweisung van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung Amsterdam' heeft Elly nog. Elf dagen kreeg de familie om, met medeneming van alle meubelen, de woning te verlaten. "Mijn moeder en vader en ik moesten allemaal op verschillende adressen onderduiken." Elly moest, als kleine kleuter van 4 jaar, naar Zeist en werd opgevangen op drie verschillende adressen. "Geweldig wat deze mensen voor mij gedaan hebben. Ze hebben allemaal de onderscheiding Jad Wasjem gekregen, daar heb ik me sterk voor gemaakt."

Esther schreef voor deze bundel de familiegeschiedenis op van de familie Walvisch die aan de Raamgracht woonde en de familie Zwaaf uit de Joden Houttuinen. Prachtige schetsen van het leven van de families in het Amsterdam van voor de oorlog en hoe zij in de oorlog uit hun omgeving werden weggerukt. "Ook die mensen heb ik via Elly leren kennen; zij kende hen van de Joodse koffieclub in Amstelveen."

Elly en Esther tekenden verhalen op uit Amsterdam. Zou het niet mooi zijn als in het volgende deel van 'Joodse Huizen' ook Diemense verhalen worden verteld? Esther: "Dat zou echt geweldig zijn!"

De lievelingsfoto van Elly: met haar stiefbroer van een van de drie onderduikadressen waar zij is opgevangen.