Louis Bovée, mede-auteur van het boek.
Louis Bovée, mede-auteur van het boek. Foto: Theo Smit.

Alleen de koers telt

DIEMEN - Journalist Louis Bovée uit Diemen heeft opnieuw een boek over wielrennen gepubliceerd. Samen met Guy Vermeiren (pr-man van de Belgische wielerbond) schreef hij het boek 'Meesters van de modder', de beste 50 veldrijders ooit, een uitgave van uitgeverij Trichis. De foto's zijn van Cor Vos.

De in Noord-Brabant geboren journalist en wielerfan Bovée, momenteel werkzaam voor omroepgids Max Magazine, bracht in 2013 twee boeken uit over zijn geliefde sport: 'Heeft u een foto meneer' en 'In het Geel'. In het eerste boek beschreef hij wielrenners aan wie hij als kind en tiener schriftelijk om een foto met handtekening verzocht. Allen reageerden positief. 'In het Geel' bevat portretten van Nederlandse wielrenners die tijdens de Tour de France de gele trui droegen.

'Meesters van de modder' is een prachtig boek over veldrijden, een aparte discipline in het wielrennen. Veldrijders zijn stoere mannen die over een loodzwaar parcours de strijd met elkaar aangaan. In het verleden moesten zij tijdens de wedstrijd zelfs de fiets over de schouder nemen om over een boomstam te klimmen of door een beekje te lopen. Hoewel dit niet meer het geval is blijft het een sport die tot de verbeelding spreekt. De auteurs hebben de in hun ogen beste vijftig veldrijders geportretteerd. Zij hebben zich niet beperkt tot het beschrijven van de wielerprestaties in de modder, maar ook aandacht besteed aan de levensloop van de vijftig veldrijders. En die verhalen maken vaak indruk en zijn soms triest. Vooral het leven van de succesvolle broers Erik en Roger De Vlaeminck uit België is opzienbarend en meedogenloos. Erik was de veldrijder pur sang die maar liefst zevenmaal wereldkampioen werd. Hij raakte door privéproblemen verslaafd aan diverse middelen en kickte later af. Tegenwoordig woont hij in een verpleeghuis. Zijn zoon Geert, die tevens veldrijder was, overleed tijdens een koers. Roger De Vlaeminck werd een keer wereldkampioen veldrijden en was een renner die vooral faam verwierf door het winnen van klassiekers. Hij raakte door een scheiding heel veel geld kwijt, maar knokte zich weer terug.

Het boek 'Meesters van de modder' bevat veel prachtige foto's, zowel in kleur als in zwart-wit. In veel gevallen zitten de renners onder de modder: niet alleen hun kleding, maar ook hun gezicht en ledematen zijn smerig geworden tijdens de koers. Maar de foto's maken duidelijk dat het de stoere veldrijders niet uitmaakt hoe zij eruitzien. Alleen de koers telt.

De auteurs gaan in hun boek ook in op de geschiedenis van het veldrijden. De bakermat van het veldrijden ligt in Frankrijk. Rond 1900 vonden er in dat land wielerwedstrijden tussen twee steden plaats. De deelnemers moesten obstakels als bomen, hekken en water overbruggen. Zij gooiden hun fiets dan over de schouder. Het veldrijden verspreidde zich langzaam maar zeker over andere landen en ook wielrenners in Nederland en België vielen voor deze tak van sport. Het eerste wereldkampioenschap veldrijden voor profrenners vond in 1950 plaats in de buurt van Parijs. De eerste Nederlandse wereldkampioen was Hennie Stamsnijder in 1981. Henk Baars (1990), Adrie van der Poel (1996), Richard Groenendaal (2000), Lars Boom (2008) en Mathieu van der Poel (2015) evenaarden zijn prestatie.