Europa Cup

Toen Ajax nog in De Meer speelde werd er voor topwedstrijden in de competitie (duels tegen Feyenoord en PSV) en Europa Cupwedstrijden dikwijls uitgeweken naar het Olympisch Stadion. De maximumcapaciteit van het sfeervolle en compacte stadion aan de Middenweg was ooit 29.500 plaatsen, de betonnen kolos in Amsterdam-Zuid bood plaats aan zo'n 55.000 toeschouwers. De keuze van het bestuur en vooral de penningmeester voor het Olympisch Stadion was makkelijk verklaard. Maar er was aanvankelijk nog een belangrijke reden: het Olympisch Stadion beschikte over lichtmasten, De Meer kreeg pas in het seizoen 1971-1972 een lichtinstallatie. De eerste wedstrijd die onder kunstlicht werd gespeeld was het vriendschappelijke duel tegen Spartak Trnava.

Maar toch kwam het voor dat Ajax niet (direct) voor de financiën koos en voor een topduel toch in De Meer bleef. Dikwijls op verzoek van de technische staf en de spelers, die zich prettiger en sterker voelden in het stadion waar het publiek erbovenop zat en de tegenstander vaak intimideerde.

De eerste Europa Cupwedstrijd van Ajax die in De Meer werd gespeeld vond plaats in de eerste ronde van het Europa Cup I-toernooi van het seizoen 1977-1978. Ajax was gekoppeld aan de Noorse landskampioen Lillestrøm. Bij die club speelde aanvaller Tom Lund, die Ajax enkele jaren eerder naar Amsterdam had proberen te halen. Zonder succes. Ajax verloor de wedstrijd in Noorwegen met 2-0.

Ajax won de return in De Meer met gemak. Na een eigen doelpunt bepaalden goalgetter Ruud Geels en Tscheu la Ling (2x) de eindstand op 4-0. Tom Lund imponeerde in die wedstrijd geen moment. In de tweede ronde elimineerde Ajax Levski Spartak uit Sofia (uit 1-2 winst en daarna 2-1 winst in De Meer). Ajax kwam tot de kwartfinale, waarin het Italiaanse Juventus te sterk bleek: in het Olympisch Stadion (!) maakte de ploeg uit Turijn in de slotminuut 1-1. De return eindigde ook in 1-1, waarna de thuisclub de strafschoppen beter nam: 3-0.