2 centen per emmer
In 1865 was de oude Hervormde kerk zo bouwvallig geworden dat besloten werd net over de brug aan de Ouderkerkerlaan een nieuwe kerk te bouwen. De architect was P.J. Hamer uit Amsterdam. Omdat de inschrijving van de Diemense aannemer J.H. de Kieviet met ƒ 20.180,- het laagste was, werd het werk aan dit bedrijf aanbesteed. Het benodigde kapitaal voor de nieuwbouw werd voornamelijk bijeengebracht door vrijwillige bijdragen van de gemeenteleden uit Diemen, de Watergraafsmeer en de Bijlmermeer.
De eerste steenlegging, verricht door mevrouw P.D. van Tienen-de Klerk, vond plaats op 16 november 1865. De kerk was groter dan zijn voorganger. Hij werd aan de zuidzijde uitgebreid met een consistorie- of kerkkamer. Aan de oost- en westzijde werd een rij bomen geplant, die later werd vervangen door een haag.
Om bij te dragen in het onderhoud van de kerk besloot het kerkbestuur in 1882 om bij de kerk een grote ondergrondse regenbak te laten maken. Deze bak werd per jaar verpacht. Het kerkbestuur bepaalde wel dat de pachter het regenwater voor niet meer dan 2 cent per emmer mocht verkopen aan de Diemense huishoudens, "waartoe hij tweemaal per dag gelegenheid moest geven".