Lang haar

Ajax speelde donderdag in Kiev tegen Dnjepr Dnjepropetrovsk. De voetbalclubs in Oekraïne zijn inmiddels veel rijker dan de clubs in Nederland. Dat hadden weinigen zich een jaar of dertig geleden kunnen voorstellen.

De prominente clubs uit Oekraïne kwamen tot het begin van de jaren 90 uit in de competitie van de Sovjet-Unie. Ajax speelde nooit een officieel duel tegen een club uit de Sovjet-Unie. De eerste Russische tegenstander was Spartak Moskou. Dat was in het seizoen 1997-1998. Het ijzeren gordijn was inmiddels verdwenen en de spelers van de club uit Moskou verdienden riant.

Ajax speelde tot aan het vallen van de muur diverse wedstrijden tegen tegenstanders uit Oost-Europa: Dukla Praag, Carl Zeiss Jena, CSKA Sofia. De lijst is lang. In Oost-Europa bestond vroeger officieel geen profvoetbal. De spelers waren staatsamateur: hadden er een baan bij of waren officier in het leger. Dat was schijn.

Ook spelers van topclubs in Oost-Europa konden zich volledig richten op het voetbal en verdienden daar hun geld mee. Wel veel minder dan hun collega's van topclubs in het westen. De staatsamateurs mochten in die tijd ook deelnemen aan de Olympische Spelen. Spelers die een WK of EK hadden gespeeld konden zomaar verschijnen op een toernooi dat voor amateurs was bedoeld. De spelers van Ajax spraken in de jaren 60 en 70 meer dan eens met verbazing en zelfs afschuw over hun ervaringen in Oost-Europa. Zij waren getroffen door de grauwheid, armoede en zichtbare aanwezigheid van militairen. In het seizoen 1970-1971 speelde Ajax twee maal tegen Nendori Tirana. In de hoofdstad van Albanië botsten twee werelden keihard. De autoriteiten van het Stalinistische land wilden de spelers van Ajax aanvankelijk niet binnen laten. De reden was het lange haar van veel Ajacieden. De Ajacieden passeerden toch de grens en speelden 2-2 in de hoofdstad van Albanië. In het Olympisch Stadion maakte Ajax het karwei professioneel af: 2-0.