Centrumpsits

Het wordt vaak de moeilijkste positie in het elftal van Ajax genoemd: centrumspits.

Voetbal is eigenlijk een simpele sport. Gewoon een doelpunt meer maken dan de tegenstander en de winst is binnen. In de meeste elftallen is de centrumspits de topscoorder. Van de spits van Ajax wordt veel meer verlangd: meevoetballen, dus kaatsen, ruimte maken voor opkomende spelers en een individuele actie in huis hebben.

Ajax heeft een rijke traditie aan centrumspitsen: Johan Cruijff, die als twintiger al vaak naar de linkerflank trok, Ruud Geels, Ray Clarke, Marco van Basten, John Bosman, Patrick Kluivert en Luis Suarez zijn namen die meteen te binnen schieten. Cruijff, Van Basten, Bosman en Kluivert komen uit de eigen opleiding van Ajax. Opvallend is dat de laatste topspits die uit de eigen jeugd voortkwam Patrick Kluivert is. Hij debuteerde in 1995.

Trainer Frank de Boer is er nog niet in geslaagd om het elftal te completeren met een topspits. De trainer en Mounir El Hamdaoui gingen niet samen door één deur. De van AZ overgekomen aanvaller moest vertrekken en ging naar het Italiaanse Fiorentina. De eveneens van AZ gekochte Kolbeinn Sigthorsson heeft nooit kunnen overtuigen. Hij scoorde weliswaar vaak in topduels, maar kon - mede door blessureleed - nooit echt indruk maken. De kans dat hij na dit seizoen vertrekt is groot. De Boer koos de afgelopen jaren vaak voor een noodoplossing door Siem de Jong in de punt van de aanval te laten spelen. De van origine middenvelder vulde die rol goed in en wist het net vaak te vinden. Maar een echte nummer 9 is hij niet en wordt hij nooit. De Jong speelt inmiddels voor Newcastle United.

De Pool Arek Milik doet het dit seizoen aardig. Hij heeft een respectabel aantal doelpunten gemaakt. Maar ook hij zal er last van hebben dat Ajax soms met een rechtsbenige buitenspeler op de linkervleugel en een linksbenige buitenspeler op rechts speelt. Het gevolg is dat die buitenspelers vooral naar binnen trekken en weinig voorzetten op maat afleveren.