Clubliefde

Talentvolle spelers van Ajax verlaten de club tegenwoordig op jonge leeftijd om in een grote buitenlandse competitie miljoenen euro's te gaan verdienen. Clubliefde bestaat niet meer.

Van de spelers die deel uitmaakten van het Gouden Ajax dat in het begin van de jaren 70 Europa en de wereld veroverde speelden buitenspelers Sjaak Swart en Piet Keizer als prof nooit voor een andere club dan Ajax.

Sjaak Swart kreeg op 8 augustus 1973 een afscheidswedstrijd aangeboden. Ajax ontving in het Olympisch Stadion het Engelse Tottenham Hotspur. De spelers van de club uit Londen wisten wat er van hen werd verwacht en werkten mee aan een galavoorstelling. Ajax won met 4-1 en 'Paco' werd op de schouders van de supporters van het veld gedragen.

Piet Keizer, veel minder een man van het volk dan Swart, kreeg nooit een afscheidswedstrijd aangeboden. De linksbuiten stopte in het najaar van 1974 abrupt met voetbal nadat hij in conflict was geraakt met trainer Hans Kraay.

In 1979 kreeg Johan Cruijff een afscheidsduel aangeboden. Tegenstander was Bayern München, een onbegrijpelijke keuze. De Duitse club en Ajax hadden in die periode een verhouding die alles behalve vriendschappelijk was. Volgens verhalen vroeg aanvoerder Paul Breitner voor de aftrap aan Cruijff of het een showduel moest worden of een echte wedstrijd. Cruijff ging voor de laatste optie. De club uit Beieren klopte Ajax met 0-8. Cruijff werd die avond ook nog aan zijn shirt getrokken nadat hij was doorgebroken.

De wedstrijd tegen Bayern München was niet het laatste duel dat Cruijff speelde. Hij ging naar de Verenigde Staten waar hij uitkwam voor Los Angeles Aztecs en Washington Diplomats. Daarna speelde hij kort voor het Spaanse Levante en keerde terug naar Ajax. Na twee succesvolle seizoenen in Amsterdam kreeg Cruijff ruzie met het bestuur van Ajax en stapte over naar aartsvijand Feyenoord. Veel supporters van Ajax zullen hem dat nooit vergeven.