Donderdagavond

Op donderdagavond 27 mei 1971 werd de klassieker Ajax-Feyenoord voor het eerst live op de televisie uitgezonden. De wedstrijd werd op een doordeweekse avond in het Olympisch Stadion gespeeld omdat Ajax op woensdag 2 juni in het Wembley Stadion in Londen de Europa Cup 1-finale tegen het Griekse Panathinaikos moest spelen.

Ajax had in die tijd een technische ploeg met een paar keiharde spelers, Feyenoord een harde ploeg met een paar technische spelers. Feyenoord, dat een jaar eerder de Europa Cup I had gewonnen, wist dat Ajax in gedachten al bij de wedstrijd in Londen was en blessures wilde voorkomen. De Rotterdammers gingen er keihard in. Willem van Hanegem, die niet alleen een briljante voetballer was maar ook een speler was die geweld in het veld niet schuwde, gaf Johan Neeskens een doodschop. En dat terwijl de spelers bij het Nederlands elftal een uitstekende band hadden. Sentimenten telden die avond niet.

Ajax kwam in de eerste helft op voorsprong door een doelpunt van aanvoerder Piet Keizer. Na rust maakte de Zweedse aanvaller Ove Kindvall gelijk. Daarna brak de periode van Dick Schneider aan. De verdediger was in de zomer daarvoor overgenomen van Go Ahead Eagles en kon op beide backposities spelen. Schneider stond die avond als linksback opgesteld. Met twee schoten van afstand velde hij het vonnis over Ajax. De 1-3 overwinning was de basis van de titel die Feyenoord enkele weken later veiligstelde.

Ajax werd in 1971 geen kampioen, maar veroverde wel de eerste Europa Cup I in de clubhistorie. In Londen werd Panathinaikos verslagen. Dick van Dijk opende in de beginfase de score na een zuivere voorzet van Keizer. Invaller Arie Haan maakte het tweede doelpunt van de Amsterdammers. Het was het begin van een ongekende succesperiode van Ajax. Ajax won ook in 1972 en 1973 de Europa Cup I, veroverde in 1972 de wereldbeker voor clubteams en wist ook twee maal de Europese supercup te bemachtigen.