Afbeelding

OM eist tien jaar cel voor doodslag Weespertrekvaart

Algemeen

DIEMEN - De officier van justitie in Amsterdam heeft vandaag tien jaar celstraf geëist tegen zowel een 70-jarige man en als tegen een 55-jarige vrouw, beiden uit Almere. Samen worden ze verantwoordelijk gehouden voor doodslag op een 45-jarige man van Hindoestaanse afkomst in juni 2011. Het stoffelijk overschot van de 45-jarige man werd op 17 juni 2011 in de Weespertrekvaart in Diemen aangetroffen.

Pathologen die het lichaam hebben onderzocht, hebben onder meer letsel aan de hals geconstateerd. Ze zijn van mening dat dat letsel bij leven - en niet langer dan een uur voor overlijden - is toegebracht.

Tactisch en technisch onderzoek, getuigenverklaringen en telefoongegevens leidden naar de beide verdachten. In de periode voorafgaand aan zijn overlijden hebben de verdachten ongeveer vijf uur met het latere slachtoffer rondgereden, hiervoor hebben de verdachten geen afdoende verklaring gegeven. Waarschijnlijk zochten zij toen een geschikte locatie om zich van het stoffelijk overschot te ontdoen.

De vrouwelijke verdachte heeft een relatie met de broer van het slachtoffer gehad, de mannelijke verdachte was een kennis van haar. De vrouw kon niet verkroppen dat haar vriend haar had verlaten en in Suriname – mogelijk – een nieuwe relatie had. Wraak op de familie van haar ex-vriend was mogelijk het motief voor de doodslag.

Het slachtoffer was geen betrokkene in het geschil tussen zijn broer en de verdachte, hij was een onschuldig slachtoffer. "Zijn gewelddadige dood heeft een enorme impact gehad op de familie, die heel close met hem was", aldus de officier in haar requisitoir. "Doodslag is een van de ernstigste delicten uit het Wetboek van Strafrecht en wordt daarom bestraft met een langdurige gevangenisstraf. Het benemen van andermans leven is een onomkeerbaar misdrijf. De hoogte van de op te leggen straf moet recht doen aan de aard en de ernst van de feiten waaronder dit misdrijf is begaan."

Uit de krant